Geen goesting om te blokken, dus open ik maar een topic over misschien wel de mooiste Grand Prix op de kalender
Het F1-circus trekt naar Monaco voor de 5de race van het kampioenschap. Het nieuwe is eraf; we zijn terug op Europese bodem en iedereen krijgt meer zicht op de verhoudingen. De WK-leider is niemand minder dan Lewis Hamilton. De Brit heeft nog niet gewonnen, maar rijdt erg constant, en ziet dat beloond met de leidersplaats. Teamgenoot Alonso zal er echter alles aan willen doen om de jonge hond in Monaco de loef af te steken ...
De Grand Prix van Monaco is méér dan racen alleen. Ook de glamour speelt een rol. Tijdens het weekend ligt de jachthaven vol, het ene vissersbootje al groter dan het andere. Vermits het in Monaco meestal mooi weer is, levert dat ook een aangenaam uitzicht op.
De atmosfeer in Monaco is dan ook ronduit fantastisch. De coureurs en teamleden kunnen hier eens een stapje in de wereld gaan zetten. Bovendien kunnen ze met hun eigen jacht naar hier komen, al dan niet met een hele harem, zoals Eddie Irvine of David Coulthard konden en kunnen.
Ook het circuit zelf is uniek. Het oorspronkelijke tracé dateert nog uit 1929 en werd ontworpen door ene Anthony Noghes. Sindsdien is het circuit amper aangepast: enkel de tramrails werden verwijderd.
Op het circuit zelf is inhalen vrijwel onmogelijk. De hele baan is énorm smal en omgeven door genadeloze vangrails. Bovendien is het érg bochtig. Toch is het uniek én plezant: de tunnel bijvoorbeeld maakt Monaco speciaal. Neem oordopjes mee als je er in gaat staan, want het geluid in de tunnel wanneer er een bolide doorraast is oorverdovend.
Een rondje Monaco:
De rechte stuk van start/finish buigt lichtjes af naar rechts. Op het einde van de rechte lijn is er een moeilijke rechtse. Tijdens de race durven verschillende coureurs zich hier wel eens op verkijken. Na deze rechtste, Sainte Devote, gaat het slingerend bergop richting het Casino. Dit is geen gemakkelijke bocht: blind en sluitend naar het einde toe. Na het Casino vliegen ze over een heuveltje in de remmen voor een rechtse hairpin: Mirabeau. Na Mirabeau daalt het richting de traagste bocht uit het F1-circuit: Loews Hairpin. De bocht werd genoemd naar het nabijgelegen hotel, maar toen dat van naam veranderde, werd de bocht ook Grand Hotel Hairpin.
Ondanks de lage snelheid is dit een leuke bocht voor toeschouwers en fotograven. Nergens sta je zo dicht bij de bolides als hier. Ook voor de ingenieurs is dit een uitdaging: nergens is er een scherpere bocht dan deze.
Na Loews volgen twee rechtse knikken, alvorens in de tunnel te duiken. Hier bereiken de wagens de hoogste snelheid: 280km/h en meer. Daarna gaat het vol in de remmen voor de chicane, die tijdens de race vaak genoeg zal worden afgesneden. Het is overigens hier dat Jenson Button in de BAR zwaar crashte.
Na de chicane wordt er vol geaccelereeerd en nemen ze de linkse knik van Tabac bijna volgas, om vervolgens aan het zwembad te komen. Een vrij snelle links-rechts-combinatie wordt gevolgd door een scherpere rechts-links, om vervolgens bij Rascasse aan te komen. Op dit stuk durft het glad zijn, omdat de lokale visboer hier normaal z'n waar verkoopt. Het was ook op het einde van deze bocht waar Michael Schumacher voor opschudding zorgde door hier rechtdoor te gaan en Alonso zo van de pole te houden. Het vervolg is bekend ...
Na Rascasse is er een rechtse: Anthony Noghes, waarna ze terug op het rechte stuk komen.
Monaco staat niet bekend voor z'n geweldige inhaalmanoevres. Desalniettemin durft deze race wel eens leuk te zijn. Wie herinnert zich 96 niet, toen Olivier Panis won?
Wat we sowieso moeten onthouden: in Monaco winnen enkel de grote jongens, net als op Spa. Geen niemendalletjes op de erelijst hier. Winnen in Monaco is één van 'de grote drie' voor de coureurs, naast de 24u van Le Mans en de Indy 500.
Laat ons hopen dat we een leuke race te zien krijgen, met een verdiende winnaar.
Nog een kleine opmerking: in Monaco worden de vrije trainingen al op donderdag gereden. Vrijdag gebeurt er niks in het ministaatje ...
Het F1-circus trekt naar Monaco voor de 5de race van het kampioenschap. Het nieuwe is eraf; we zijn terug op Europese bodem en iedereen krijgt meer zicht op de verhoudingen. De WK-leider is niemand minder dan Lewis Hamilton. De Brit heeft nog niet gewonnen, maar rijdt erg constant, en ziet dat beloond met de leidersplaats. Teamgenoot Alonso zal er echter alles aan willen doen om de jonge hond in Monaco de loef af te steken ...
De Grand Prix van Monaco is méér dan racen alleen. Ook de glamour speelt een rol. Tijdens het weekend ligt de jachthaven vol, het ene vissersbootje al groter dan het andere. Vermits het in Monaco meestal mooi weer is, levert dat ook een aangenaam uitzicht op.
De atmosfeer in Monaco is dan ook ronduit fantastisch. De coureurs en teamleden kunnen hier eens een stapje in de wereld gaan zetten. Bovendien kunnen ze met hun eigen jacht naar hier komen, al dan niet met een hele harem, zoals Eddie Irvine of David Coulthard konden en kunnen.
Ook het circuit zelf is uniek. Het oorspronkelijke tracé dateert nog uit 1929 en werd ontworpen door ene Anthony Noghes. Sindsdien is het circuit amper aangepast: enkel de tramrails werden verwijderd.
Op het circuit zelf is inhalen vrijwel onmogelijk. De hele baan is énorm smal en omgeven door genadeloze vangrails. Bovendien is het érg bochtig. Toch is het uniek én plezant: de tunnel bijvoorbeeld maakt Monaco speciaal. Neem oordopjes mee als je er in gaat staan, want het geluid in de tunnel wanneer er een bolide doorraast is oorverdovend.
Een rondje Monaco:
De rechte stuk van start/finish buigt lichtjes af naar rechts. Op het einde van de rechte lijn is er een moeilijke rechtse. Tijdens de race durven verschillende coureurs zich hier wel eens op verkijken. Na deze rechtste, Sainte Devote, gaat het slingerend bergop richting het Casino. Dit is geen gemakkelijke bocht: blind en sluitend naar het einde toe. Na het Casino vliegen ze over een heuveltje in de remmen voor een rechtse hairpin: Mirabeau. Na Mirabeau daalt het richting de traagste bocht uit het F1-circuit: Loews Hairpin. De bocht werd genoemd naar het nabijgelegen hotel, maar toen dat van naam veranderde, werd de bocht ook Grand Hotel Hairpin.
Ondanks de lage snelheid is dit een leuke bocht voor toeschouwers en fotograven. Nergens sta je zo dicht bij de bolides als hier. Ook voor de ingenieurs is dit een uitdaging: nergens is er een scherpere bocht dan deze.
Na Loews volgen twee rechtse knikken, alvorens in de tunnel te duiken. Hier bereiken de wagens de hoogste snelheid: 280km/h en meer. Daarna gaat het vol in de remmen voor de chicane, die tijdens de race vaak genoeg zal worden afgesneden. Het is overigens hier dat Jenson Button in de BAR zwaar crashte.
Na de chicane wordt er vol geaccelereeerd en nemen ze de linkse knik van Tabac bijna volgas, om vervolgens aan het zwembad te komen. Een vrij snelle links-rechts-combinatie wordt gevolgd door een scherpere rechts-links, om vervolgens bij Rascasse aan te komen. Op dit stuk durft het glad zijn, omdat de lokale visboer hier normaal z'n waar verkoopt. Het was ook op het einde van deze bocht waar Michael Schumacher voor opschudding zorgde door hier rechtdoor te gaan en Alonso zo van de pole te houden. Het vervolg is bekend ...
Na Rascasse is er een rechtse: Anthony Noghes, waarna ze terug op het rechte stuk komen.
Monaco staat niet bekend voor z'n geweldige inhaalmanoevres. Desalniettemin durft deze race wel eens leuk te zijn. Wie herinnert zich 96 niet, toen Olivier Panis won?
Wat we sowieso moeten onthouden: in Monaco winnen enkel de grote jongens, net als op Spa. Geen niemendalletjes op de erelijst hier. Winnen in Monaco is één van 'de grote drie' voor de coureurs, naast de 24u van Le Mans en de Indy 500.
Laat ons hopen dat we een leuke race te zien krijgen, met een verdiende winnaar.
Nog een kleine opmerking: in Monaco worden de vrije trainingen al op donderdag gereden. Vrijdag gebeurt er niks in het ministaatje ...
Comment