Indien dit uw eerste bezoek is, check dan eerst de FAQ door op bovenstaande
link te klikken. Mogelijk moet u register
vooraleer u kan posten: klik op de 'registreren'-link hierboven om verder te gaan. Om berichten te lezen kiest u het forum dat u wenst te bezoeken in bovenstaande lijst.
50 JAAR UIT PRODUCTIE: OP PAD MET DE EERSTE EN DE LAATSTE JAGUAR E-TYPE
‘Slim fit’ of ‘comfort fit’ is niet de enige afweging die je moet maken bij de keuze van de juiste E-type. Gedurende de veertien jaar dat hij in productie was, veranderde hij van een agressieve roofkat in een onschuldig knuffeldier. We hebben het eerste en het laatste exemplaar van de legendarische Jaguar op hun geboortegrond met elkaar vergeleken.
Het grind dat onder de wielen van de beide E-types knerpt, ligt op heilige grond. Het behoort tot Wappenbury Hall, het vroegere landgoed van Sir William Lyons. Hier, circa tien mijl ten zuidwesten van industriestad Coventry, in het hart van Engeland, woonde de oprichter van Jaguar tot zijn dood in 1985. En hier – in the middle of nowhere – bestudeerde hij ook het liefst het design van nieuwe modellen. Onder de imposante lindenbomen in het park oogden de ontwerpen natuurlijker dan in het koude kunstlicht van een designstudio. Ook het befaamde lijnenspel van de E-type werd hier door Lyons onderworpen aan een kritische blik. Dit was overigens de eerste Jaguar tot dan toe die niet door hemzelf was ontworpen. Of eigenlijk moeten we zeggen: niemand heeft hem eigenlijk ontworpen. De in 1951 van de Bristol Aeroplane Company naar Jaguar gehaalde aerodynamica-specialist Malcolm Sayer – die ook verantwoordelijk was voor het lijnenspel van de succesvolle Le Mans-racers – bepaalde de vorm grotendeels mathematisch op zijn tekentafel.
E-type geen stroomlijnwonder
Desondanks wist de E-type de grenzen op het gebied van aerodynamica beslist niet te verleggen. Met een Cw-waarde van 0,44 voldeed hij weliswaar keurig aan de normen van de jaren 60, maar de twee jaar laten voorgestelde Porsche 911 bood met een Cw-waarde van 0,36 aanzienlijk minder weerstand aan de rijwind. Dat zorgde er samen met de zoals altijd bij de Britse merken tamelijk optimistische vermogensopgave – van de geclaimde 265 paarden waren er in de praktijk hooguit 210 aanwezig – voor dat de eveneens erg positieve ‘meer dan 240 km/h’ die als topsnelheid werd opgegeven alleen werd gehaald door de getunede exemplaren waarmee Jaguar de autojournalisten zand in de ogen wilde strooien.
Turnoefening om erin te komen
De in British Racing Green uitgevoerde Roadster die deze pagina’s siert, is eveneens een heel bijzonder exemplaar. Jaguar-kenners krijgen bijkans een hartverzakking als ze de ’77 RW’ zien. Deze sigaarvormige tweezitter is namelijk niet alleen de tweede E-type die Jaguar bouwde, het is eveneens het oudste exemplaar dat tot de dag van vandaag heeft weten te overleven. Ook populair onder liefhebbers is de anekdote dat het hoofd van Jaguars testafdeling Norman Davis daarmee in maart 1961 als een gek naar de Autosalon van Genève scheurde, omdat Sir William met zijn twee meegebrachte demonstratiemodellen de stormloop van het publiek niet de baas kon worden.
'77 RW' is de legendarische oervorm van de E-type
De ’77 RW’ beschikt over de begeerde oervorm van de meest bekende Jaguar. De slechts 1,65 meter lange Dewis heeft er waarschijnlijk nog wel min of meer comfortabel in gezeten gedurende zijn 1.200 kilometer lange dollemansrit, maar voor ons doet het enteren van de smalle kuipstoel denken aan een turnoefening. Lange mensen van rond de twee meter lengte pasten niet eens achter het stuur. Jaguar verlaagde daarom al snel na de productiestart de bodemplaat ter hoogte van de voetenruimte, maar ook bij de latere ‘flat floor’-modellen is het voor bezitters van een E-type zaak om op hun figuur te blijven letten. Dat geldt niet voor hun auto’s, want de E-type is zo ongekend fraai dat de Duitse autojournalist Fritz B. Busch ooit stelde dat de Italiaanse seksbom Gina Lollobrigida rustig halfnaakt naast de Jaguar zou kunnen gaan liggen. Niemand zou haar opmerken… En Busch deed nóg een treffende uitspraak over de E-type: “Ik rijd geen auto, mijn achterste heeft wielen.”
Zescilinder klinkt gedempt
Wie zich in de leren kuipjes heeft weten te wurmen en over de eindeloze motorkap met zijn wulpse power dome uitkijkt, heeft het gevoel in een raket te zitten. Met een druk op de knop ontwaakt de zescilinder. Hij brult er overigens niet op los, hij gromt slechts gedempt. Zijn donkere klank is echter voldoende om bij mannen met benzine in het bloed de nekharen overeind te zetten. De indertijd al gedateerde Moss-versnellingsbak met de ongesynchroniseerde eerste versnelling vereist kracht en fijngevoeligheid. Als je hem behoedzaam bedient, worden de vier voorwaartse versnellingen ingelegd met een geluid dat lijkt op het overhalen van de trekker van een Anderson Wheeler-jachtgeweer. Je hoeft niet veel te schakelen, want de heerlijke zespitter met dubbele bovenliggende nokkenas waarmee Jaguar in de jaren 50 meerdere malen de 24 Uur van Le Mans wist te winnen, moet het niet hebben van een hoogtoerig vermogen, maar van zijn indrukwekkende portie koppel bij lage toerentallen. De motor begint er praktisch vanaf stationair toerental al stevig aan te sleuren, waardoor de E-type niet alleen rap is, maar ook over het karakter van een relaxte GT beschikt. Zelfs de vering blijkt heel barmhartig te zijn, met dank aan de complexe achteras met subframe, dubbele schroefveren en aan de binnenzijde geplaatste (en daardoor niet tot meeveren gedwongen) remschijven waarover later ook de XJ beschikte. Deze geniale constructie werd op alle drie de generaties van de E-type toegepast.
Ze zijn zodoende ook in het zwarte exemplaar te vinden dat ons in één keer naar de seventies katapulteert. De ‘HDU 555N’ rolde in juni 1974 van de band en maakte deel uit van een uit 50 exemplaren bestaande speciale serie. De messing plaquette op het dashboardkastje maakt duidelijk dat dit de allerlaatste E-type is die het levenslicht zag. Sir William Lyons was op dat moment al met pensioen en had zich toegelegd op het fokken van schapen op zijn landgoed. Met zijn grotere spoorbreedte en een ten opzichte van de oerversie met 23 centimeter verlengde wielbasis beschikt de Series 3 Roadster over compleet andere proporties dan de oorspronkelijke E-type. Het blijft echter een sportwagen met een adembenemende elegantie, ook al vinden de fans van de ‘pure’ E-type het een softie met welvaartsspek.
De V12 is zo stil dat je de carburateurs hoort slurpen
En inderdaad zijn er weinig overeenkomsten te ontdekken tussen de zoete Spätlese uit 1974 en zijn gortdroge familielid uit 1961. Zo heeft de zescilinder-in-lijnmotor plaatsgemaakt voor een uit de kluiten gewassen twaalfcilinder. En in plaats van minuscule kuipjes zit je op stoelen die hun naam ook daadwerkelijk eer aandoen. Het stuur draai je rond met ondersteuning van een bekrachtiging en bij het remmen hoef je niet meer zo te trappen als Harry Kane bij het nemen van een penalty. Ten opzichte van de kleinere motoren duurt het een fractie langer voordat de startmotor alle twaalf cilinders heeft gewekt. Dan komt de V12 met een geoliede tenorstem tot leven en gaat dan onmiddellijk over in een zacht gezoem bij de stationaire loop, zodat je zelfs de carburateurs hoort slurpen. Het onderstel doet soepeler aan, terwijl hij tegelijkertijd steviger op de weg ligt. Je voelt de zware motor op de vooras drukken. En aangezien de V12 in de E-type – in tegenstelling tot zijn opvolger XJ-S – ook kon worden geleverd in combinatie met een handbak gaat geen enkele van de 272 pk’s verloren in trage automaatolie. Sprintjes schudt deze E-type zo uit zijn mouw en je kunt verder doorhalen dan bij de zescilinder; pas bij 6.500 toeren begint op de toerenteller van de V12 het rode gebied. De uitlaten in de achtersteven trompetteren er dan enthousiast op los, maar ondanks alle dramatiek blijft de E-type altijd een gentleman met beschaafde manieren. Net als Sir William Lyons, de man die de wereld deze schoonheid schonk. Een mooiere nalatenschap is wat ons betreft ondenkbaar.
Vanaf 1961 behoren lichtmetalen wielen met 72 spaken tot de standaarduitrusting. In plaats van mat zilver kunnen ze desgewenst ook worden verchroomd.
Vanaf 1973 rolt de E-type op volledig verchroomde wielen met stalen schijven de fabriek uit.
Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.
2018 - Mercedes A200 (163 pk) AMG-line in Iridium Zilver
Comment