Indien dit uw eerste bezoek is, check dan eerst de FAQ door op bovenstaande
link te klikken. Mogelijk moet u register
vooraleer u kan posten: klik op de 'registreren'-link hierboven om verder te gaan. Om berichten te lezen kiest u het forum dat u wenst te bezoeken in bovenstaande lijst.
Hij ontwierp meesterlijke auto’s als de Ford Taunus P3, oftewel de badkuip, de Sierra en de Capri, maar bijna niemand kent hem: Uwe Bahnsen. Wie was deze man die grootse prestaties leverde, maar tegelijkertijd bekendheid meed als de pest?
“Ik heb altijd een auto willen maken waarin ik achterin kon zitten met mijn benen over elkaar.” De man die deze woorden sprak was 1,87 meter lang en bracht zijn droom in praktijk. Het resultaat was de Ford Scorpio, ontworpen kortom door Uwe Bahnsen (1930-2013).
Later keek Bahnsen nuchterder
Bij zijn ontwerpen hechtte de toenmalige hoofdontwerper van Ford weliswaar ook belang aan de toen al erg belangrijke aerodynamische aspecten. Maar niet alleen daaraan: “De euforie rond de Cw-waarde maakte plaats voor een wat nuchterder kijk op de dingen. In plaats van puur te kijken naar de omstreden topwaarden op dit vlak gaven we de voorkeur aan wat het beste was voor de klant, namelijk functionaliteit en praktische eigenschappen.”
Scorpio niet de eerste opvallend gelijnde Ford
Bahnsen staat bekend om zijn revolutionaire ontwerpen, en de Scorpio was niet het eerste opvallend gelijnde Ford-model van zijn hand. Het model moest de conservatieve hoekige Granada vervangen, zo was de bedoeling. De bagageruimte van de Scorpio was toegankelijk via een enorme, stilistisch gewaagde liftback-achterklep. Bahnsen en het marketingteam hadden echter te veel risico genomen: de ‘aero-achterkant’ viel niet in de smaak bij klanten die winkelden in het E-segment toen het model in 1985 verscheen, en de potentiële kopers misten een sedan en een stationwagon. Vooral in Fords bolwerk Groot-Brittannië kostte dit marktaandeel. Pas eind 1989 introduceerde Ford de Scorpio sedan, gevolgd door de stationwagon in 1992.
Uwe Bahnsen geboren in Hamburg
Uwe Bahnsen werd in 1930 geboren in Hamburg, zijn vader stierf toen hij nog een kind was. Als 13-jarige was hij getuige van bombardementen op de stad – wat de reden zou zijn voor zijn kalme en gereserveerde manier van doen, zoals zijn tweede vrouw Maureen uitlegt. “Uwe had feitelijk geen jeugd”, zegt zij. “Hij moest lijken opruimen van de straten na de bombardementen in de zomer van 1943. Dat tekende hem voor de rest van zijn leven.”
Na de middelbare school gaat Bahnsen, die als kind al uitstekend kan schilderen en tekenen, in de leer als etalagedecorateur. Daarna studeert hij aan de hogeschool voor beeldende kunsten in Hamburg. Tegelijkertijd verdient hij geld met een van zijn hobby’s, fotografie.
Op zijn 22e ontmoet hij autocoureur Graf Wolfgang Berghe von Trips. Ze worden vrienden en delen een passie voor de autosport. Bahnsen brengt zijn weekends vaak door op circuits, en neemt later zelfs als amateur deel aan races. Hij voorziet inmiddels in zijn onderhoud met werkzaamheden voor bedrijven in de reclame-industrie. Maureen Bahnsen herinnert zich uit de verhalen van haar man: “Vlak na zijn afstuderen ontmoette hij iemand die hem vroeg of hij stoelen wilde ontwerpen. Dat heeft hij toen gedaan.”
Bahnsen begint in 1958 bij Ford
Dit legt de basis voor zijn carrière als ontwerper. Daarbij hoort ook een door hem ontworpen kunststof verbredingsset voor raceauto’s, die de aandacht van Ford trekt. In 1958 gaat Bahnsen voor de in Keulen gevestigde Duitse tak van de autofabrikant werken; hij zet al gauw de eerste mijlpalen met de hem kenmerkende designtaal. Ronde vormen spreken hem aan, wat in 1960 duidelijk wordt als de eerste auto waaraan hij een belangrijke bijdrage leverde aan de wereld wordt voorgesteld. De Taunus P3 beschikt in tegenstelling tot zijn voorganger niet over chroom en staartvinnen, hij is eenvoudig en rond – zo rond dat hij in de volksmond de ‘badkuip’ heet. Ford presenteert de vorm als ‘het verstandige lijnenspel’ en 67.000 klanten kopen er een.
In 1961 komt zijn vriend Von Trips om bij een ongeluk tijdens de Formule 1 Grand Prix van Italië in Monza. “Dat maakte Uwe heel verdrietig, hij sprak vaak over hem”, herinnert Maureen zich. Het jaar daarop gaat Uwe Bahnsen naar de VS om voor Ford USA in Dearborn aan de slag te gaan als designmanager. In deze functie is hij verantwoordelijk voor de interieurs van de dochtermerken Lincoln en Mercury. In 1967 fuseert Ford Deutschland met Ford of Britain tot Ford Europa; het hoofdkantoor staat in Keulen. In hetzelfde jaar verhuist Bahnsen, intussen benoemd tot Design Executive, naar Dunton in Groot-Brittannië, waar ze hem bevorderen tot Head of Interior Design. Hij spreekt goed Engels en is zo weg van de Britse manier van leven dat hij die letterlijk overneemt. Hij geniet met volle teugen van zijn tijd in het land.
Bahnsen boegbeeld Ford
Intussen is Bahnsen een boegbeeld voor Ford geworden: een knappe, succesvolle man met borstelige bakkebaarden, altijd perfect gekleed en met pijp of sigaret in de hand. Hij slaagt erin zijn goede smaak aan de ontwerpers door te geven. Steeds weer krijgt hij ze zover dat ze de grenzen verleggen die Ford heeft gesteld. In het modellengamma zorgt hij voor een coherente vormentaal – een voordeel dat de concurrentie nog enigszins ontbeert. Zijn ontwerpen zijn nooit saai, Bahnsen krijgt evenveel waardering voor zijn stijlvastheid als voor de zorgvuldigheid waarmee hij de ontwerpen realiseert.
Samen met Bob Lutz
In 1970 keert hij terug naar Keulen als hoofdontwerper en in de daaropvolgende jaren, vooral vanaf 1974, brengt hij het bedrijf samen met Fords nieuwe Europese directeur, Bob Lutz, tot bloei. Die is op de weg duidelijk te zien dankzij succesvolle modellen als de Escort-generatie die in 1975 op de markt komt, de Taunus TC II-facelift van 1976, de Granada II en de legendarische Capri II. De belangrijke Escort III wordt in 1980 gelanceerd; er is zes jaar ontwikkelingswerk aan voorafgegaan. Bahnsens woorden weerspiegelen zijn eigen gestructureerde en nauwgezette aanpak: “Thema’s als extreme efficiëntie, de carrosserieconstructie, de carrosseriebouw en indrukwekkende techniek waren de parameters voor de nieuwe Escort. Wat het ontwerp betreft, wilden we een auto maken die niet alleen het imago van de nieuwe generatie weerspiegelde, maar ook een auto die even efficiënt was in design als in technische specificaties: met andere woorden, een volledig geïntegreerde eenheid.”
Bahnsen, inmiddels Vice-President of Design bij Ford Europa, is zich er terdege van bewust dat zijn ontwerpen niet bij iedereen in de smaak vallen. Neem de Escort. “Het is een zeer, zeer bruikbare, moderne auto. Sommige mensen moeten er misschien even aan wennen, maar omdat er een goede reden is om het zo te doen (aerodynamica, red.), is het een auto die overtuigt met zijn kwaliteiten.”
Bahnsen gaat ook daadkrachtig te werk in zijn privéleven. Begin jaren 80 ontmoet hij zijn latere eega Maureen Bahnsen bij een sollicitatiegesprek; het is de bedoeling dat zij zijn nieuwe assistente zal worden. “Ik dacht meteen, dat wordt mijn man. Die kalme en diepe stem maakte me op slag verliefd”, zegt ze over die eerste ontmoeting. Maar Uwe Bahsen is nog getrouwd op dat moment. “Je moet zelf beslissen”, zegt ze tegen hem. En dat doet hij. Hij kiest voor Maureen.
Vierkant wordt rond
Bahnsen staat te boek als een gentleman. Hij werkt gedisciplineerd en professioneel, maar eist dat ook van zijn team. Patrick le Quément, voormalig hoofdontwerper bij Ford (later bij Volkswagen en Renault) en met hem bevriend, herinnert zich: “We waren het allebei zó zat dat als een ontwerper bij een vergadering aanzat er bijna altijd opmerkingen volgden als ‘Ah, de kunstenaar is er eindelijk ook.’”
Bahnsen zet de boel bij Ford flink op zijn kop: alles wat vroeger vierkant was, is voortaan rond. Dit leidt tot de Sierra Shock in oktober 1982 – zoals het Britse autotijdschrift ‘Car’ kopte. Ford-baas Lutz wil een dynamischer, technologisch hoogstaander imago. De oude modellen zoals de Taunus vindt hij maar ouderwets. Tot dan toe zijn de klanten gewend aan auto’s met hoekige grilles, prominente koplampen en een bijna verticaal front. De opvolger van de Taunus, de Sierra, ziet er in vergelijking aalglad uit – en is niet in alle opzichten even geslaagd. Afhankelijk van de uitvoering is de grille vervangen door een paar sleuven of een eenvoudig, gesloten frontpaneel. De koplampen zijn doelbewust in de voorkant geïntegreerd en zien eruit als glazen blokken. En dan is er nog de liftback-vorm met grote achterklep: zelfs op Fords ontwerpafdeling voeren sommigen een loopgravenoorlog tegen het ongewone uiterlijk.
Sierra als Project Toni
Toch krijgt Bahnsen zijn zin, mede omdat baas Robert Lutz hem steunt. Het project staat intern bekend als 'Project Toni', naar het Spaanse woord voor ‘bergkam’. Als hij de auto vol trots naar zijn toekomstige vrouw Maureen rijdt, houdt haar enthousiasme niet over. “Het zag er niet echt uit als een auto”, zegt ze. “Bovendien had hij bij zijn ontwerp waarschijnlijk alleen aan mannelijke bestuurders gedacht. Ik ging in de auto zitten en zei dat er geen plaats was voor een handtas. Hij lachte alleen maar.”
Sierra een succes, tien jaar geleden overleed Bahnsen
Niettemin is de Sierra een succes; er gaan er wereldwijd in totaal 2,7 miljoen ‘over de toonbank’. Vier jaar nadat de Sierra op de markt is gebracht, verlaat de kunstminnende ontwerper Ford, dat hij 28 jaar heeft gediend. Hij gaat aan de slag bij het Art Center College of Design in Vevey, Zwitserland. Eerst is hij directeur van de opleiding, van 1990 tot 1995 leidt hij het instituut. “Ik werk graag met jongvolwassenen”, zegt Bahnsen enthousiast. In de daaropvolgende twee jaar is hij voorzitter van de International Council of Societies of Industrial Design. Uwe Bahnsen, de ontwerper die niet alleen succesvol was, maar ook populair, overleed op 30 juli 2013 op 83-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Albi, Zuid-Frankrijk. Zelfs in zijn laatste jaren verloor hij de ontwikkeling van het autodesign niet uit het oog – ook al was hij er niet echt van onder de indruk. “Ze hebben geen karakter, ze zien er allemaal hetzelfde uit.”
Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.
2018 - Mercedes A200 (163 pk) AMG-line in Iridium Zilver
Ford staat in Europa een aardige transitie te wachten. Niet alleen verdwijnen er bekende modellen en wordt de komende jaren het aanbod steeds elektrischer, ook gaat Ford snijden in zijn dealerbestand.
Het zijn roerige tijd voor Ford Europa. De Amerikanen hebben hun aanwezigheid op ons continent tegen het licht gehouden en dat leidt tot enkele fundamentele veranderingen. Ford wil in 2030 (vijf jaar voordat het moet) hier al volledig elektrisch zijn en dat gaat niet zonder slag of stoot. Er komen nieuwe modellen bij, zoals de nieuwe Explorer, en Ford tovert de fabriek in Keulen om voor de productie van EV's, maar Ford gaat ook over tot het schrappen van bekende modellen als de Fiesta (en zo goed als zeker de Focus) en het trekt zich terug uit de oude bekende fabriek in Saarlouis. Daar houdt het niet op met de veranderingen.
Bij Automotive News verklaart Martin Sander, hoofdverantwoordelijk voor Fords Personenautotak in Europa, dat het dealerbestand vrij drastisch op de schop gaat. "Over het algemeen is ons dealernetwerk hier te groot, we moeten herstructureren", aldus Sander. "Ons ideale netwerk is kleiner dan het vandaag de dag is, maar nog steeds groot genoeg om klanten in heel Europa te bereiken." Op diverse plekken verdwijnen er straks Ford-dealers, is de strekking van zijn verhaal. Volgens Sander zijn de dealers al op de hoogte van de plannen.
Bron: Autoweek
Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.
2018 - Mercedes A200 (163 pk) AMG-line in Iridium Zilver
Comment