GRANDES VOITURES MET DE LETTERS T EN I
OP PAD MET PEUGEOT 505 TURBO INJECTION EN 604 V6 TI
GTI is een veelbezongen onderwerp in de autowereld. Bij Peugeot leveren alleen de letters T en I echter al heerlijke auto's op. Ook wanneer daarachter twee totaal verschillende betekenissen én modellen schuilgaan. We gaan op pad met twee prachtige toppers uit het rijke verleden van Peugeot, de 505 Turbo Injection en de 604 V6 TI.
TI. De G van 'Grand' ontbreekt bij die aanduiding bewust. We halen voor dit verhaal twee schitterende klassieke Peugeots van stal waarop de letters T en I van toepassing zijn. Ze komen uit de museumcollectie van Peugeot in Sochaux. Geen maagdelijke exemplaren die rechtstreeks van de productielijn in het museum zijn gerold, maar goed geconserveerde occasions met elk flink wat kilometers ervaring. Over de betekenis van de letter T bij de prachtige 604 V6 TI kun je redetwisten, feit is dat de I voor injectie staat. Het is de 'ingespoten' variant van de 604 SL met carburateurmotor. De Peugeot 505 waarmee we de 604 vergelijken, is alleen een TI als je zijn naam afkort: Turbo Injection.
Twee grote Peugeots met onderling sterk verschillende persoonlijkheden, die bovendien uit twee verschillende tijdperken stammen. De bouwjaren liggen op zich niet heel ver uit elkaar, want de 604 is van 1978 en de 505 van 1984. Het verschil zit hem vooral in het feit dat Peugeot zich als merk in de genoemde jaren in twee sterk verschillende fasen van zijn bestaan bevond. Met de 604 manifesteerde het zich voor het eerst als bouwer van voorname automobielen uit de subtop, waar een uit de kluiten gewassen zescilinder onder de kap een must was. Als snel topmodel van een toen al wat langer lopende modelreeks hint de 505 Turbo juist duidelijk naar de sportiviteit die vanaf medio jaren 80 bij de Fransen werd gepropageerd. Denk aan de 205 GTI die vanaf dezelfde periode furore maakte. Aan die dadendrang moest ook de deftige 505 gehoor geven. Geen gemakkelijke opgave, voor een alom gerespecteerde en gedistingeerde zakenauto uit de hogere middenklasse.
Oude stempel
De 505 en 604 zijn Peugeots van de oude stempel. Dat wil zeggen dat ze allebei voortkomen uit de legendarische 504, die stamt uit 1968. De 604 gold als overtreffende trap, de 505 als opvolger. Bijzonder is dat de drie modellen jarenlang naast elkaar in de showrooms hebben gestaan; de 505 uiteindelijk zelfs met de V6 van zijn grote broer. De 604 moest concurreren met auto's als de BMW 525 en Opel Commodore. En natuurlijk met de eveneens nieuwe Volvo 264 en de Renault 30, die ook de gezamenlijk ontwikkelde PRV-zescilinder hadden. De V6 heeft een blokhoek van 90 graden − een waarde die bij een V8 hoort, want een V6 loopt mooier als de cilinderrijen 60 graden tegenover elkaar staan. Klopt allemaal, want de PRV-motor zou aanvankelijk een V8 worden, waarvan − ingegeven door de oliecrisis en de roep om zuiniger motoren − twee cilinders zijn afgesneden. Het verklaart de van nature onrustige loop van het blok, iets waaraan het ook zijn onmiskenbare karakter en geluid ontleent. Als TI heeft de 604 een vermogen van 144 pk te vergeven − heel wat in 1978.
In het 505-gamma verscheen na enkele jaren als topmodel een GTI met 2.2-motor, die echter kort daarna naar de kroon werd gestoken door de nog krachtiger 505 Turbo Injection. Die had vreemd genoeg geen Peugeotmotor, maar de oude, tot 2,2 liter opgerekte viercilinder uit de hoogbejaarde Chrysler 2 Litres. Dat model kwam mee met de boedel van het in 1980 door Peugeot overgenomen merk Chrysler France. De stokoude tweeliter liet zich kennelijk straffeloos van een turbocompressor voorzien, zodat hij 160 pk kon leveren − genoeg om mee te kunnen komen met de qua prijs, prestaties en formaat vergelijkbare Citroën CX GTi, Renault 25 V6 en Volvo 240 Turbo. Waarom het Chrysler-blok? Zelfs de woordvoerder van de museumcollectie kan het niet verklaren. Hoe dan ook, de toevoeging van een turbo was helemaal in de mode, begin jaren 80. Veel fabrikanten legden hun sportieve lot in handen van dat magische blaasinstrument. Van de MG Metro tot de Audi 200 en van de Renault 11 tot de Mitsubishi Sapporo: de turbo was overal. Dus ook bij Peugeot, dat hiermee bij z’n dieselmotoren al een ruime ervaring had opgebouwd − de 604 Turbo D was zelfs een ware turbodiesel-pionier.
Homologatie
De 505 Turbo Injection heeft sportieve genen; feitelijk gaat het hier zelfs om een homologatiemodel. In het Franse toerwagenkampioenschap werd begin jaren 80 met monsterlijk snelle 505's geracet; auto's met knapen van turbo's en 400 pk. Peugeot zelf had hiermee niets te maken; het was een feestje van tuner Danielson. Om te kunnen blijven meestrijden in Groep A had Danielson wel eventjes een gehomologeerde oplage van 5.000 stuks van een turbogestookte 505 nodig. Wilde Peugeot die alstublieft gaan bouwen? Ja, zo bleek. Een turboversie zou het merk een prestigieus topmodel opleveren, die bovendien als imagomaker de 505-reeks enige dynamiek kon bezorgen. Maar sportief of niet, instappen in de 505 Turbo Injection is als je thuis in je favoriete sofa laten vallen. De ambiance mag dan sportief-luxueus bedoeld zijn, je merkt meteen dat de auto als een ware fransoos het begrip verwennerij boven alles stelt.
Het interieur van de gereden auto is allesbehalve in topconditie, maar de charmante gebruikssporen zien we door de vingers. Even schrikken is wel dat de versnellingsspook zijn hockeystick-vormige knop mist, zodat er een kale, ijzeren stengel uit de middenconsole omhoog wijst. Zo'n pookknop is niet meer te vinden, vertelt onze gastheer. In het museum ligt er nog wel eentje, maar die valt in stukjes uit elkaar wanneer je hem op de stengel zou prikken. Dan schakelen we maar met de pookhoes, of wat daarvan over is. En het moet gezegd: zelfs dat gaat heerlijk. Met lange, maar lichte slagen. De bediening van de grote Peugeot is sowieso een genoegen. Er is weinig kracht voor nodig, en alles gaat heel duidelijk. De zit is vreemd, omdat het stuurwiel onder een te vlakke hoek ten opzichte van de bestuurder staat. Een erfenis van de 504. Sturen doet hij strak en secuur. De prestaties komen naar voren zoals dat vroeger bij een turbo ging: er moeten eerst behoorlijk wat toeren op tafel komen, wil het blaasinstrument volle kracht leveren. Het koppel ontplooit zich vervolgens heel vloeiend en gestaag. De duw in de rug mag er zijn, net als de manier waarop de 505 dan zijn neus verheft en achter diep in de veren duikt. Week is hij niet, uiterst comfortabel wel. De motor is stil en soepel en verraadt niets van zijn wortels in de genoemde klassieke Chrysler. Als fijne bonus is er in de verte wat onderdrukt gesuis van de turbine te horen. Wat een heerlijke auto. Die kan de 604 TI onmogelijk overtreffen. Toch?
Hemelbed
Overstappen in Peugeots grootste. Het formaat valt erg mee, want de 604 oogt boven alles veel massiever dan hij in werkelijkheid is. Een riante limousine, jazeker, maar geen slagschip. De oude V6 TI heeft na wat manoeuvreren voor de foto even moeite om te starten, maar als de PRV-motor met een brul ontwaakt, snellen er koude rillingen over de ruggen van liefhebbende toehoorders. Dat zalige timbre is onverwisselbaar. De 604 geeft geen kalmerend gezoem prijs, zoals veel andere zespitters, maar een onrustig gestamp dat je eerder bij een hitsige Italiaan verwacht. Maar dat geldt alleen buiten de auto. Vanbinnen is alles anders. Als de 505 een sofa is waarin je neerploft, dan verwelkomt de 604 je als een zijdezacht hemelbed. Fijn ook dat het een auto met ervaring is waarin we plaatsnemen; dan voelt het leer gevoelsmatig nog soepeler aan, terwijl het fraai gekreukt toont, als kraaienpootjes op een doorleefd gezicht. De 604 hoeft maar half zoveel zijn best te doen om de chauffeur voor zich te winnen als de 505. En het is niet eens een automaat, zoals je verwacht aan te treffen in een auto met een statuur als deze. De grote Peugeot heeft het prestige van een auto uit de topklasse, al was het maar omdat de Franse presidenten zich ermee hebben laten vervoeren.
Maar in de testauto is het gewoon een kwestie van zelf schakelen. De vijfbak past wonderwel bij de auto. Beter gezegd: bij de aanvankelijk terecht als sportief ingeschatte inborst van de V6. Met wat stootjes gas laat hij zich alsnog van zijn beste kant horen: een mooi, vol en sonoor geluid. De pook glijdt lekker, maar wat wollig in de eerste versnelling en met het laten opkomen van de koppeling duikt de vierkante derrière resoluut richting asfalt. Het leer kraakt onder de druk van de acceleratie. De motor klimt wat loom in zijn toeren. Door naar twee, flink wat gas, het koppel laat zich gelden. Even een deceptie: de V6 is helemaal niet zo hitsig als hij klinkt, maar gewoon een heerlijke, sterke machine die van de 604 een adequaat presterende limousine maakt. Sterk genoeg voor soeverein en comfortabel reizen. Die laatste kwalificatie verdient het trouwens om in hoofdletters te worden afgedrukt, want dit is waarin de Peugeot excelleert. De manier waarop deze auto over oneffenheden glijdt, kan gevoelsmatig alleen door een tijdgenoot als de Citroën CX worden geëvenaard. Het is een ongekende sensatie om grove oneffenheden in de weg, waar we eerder die dag nog met een nieuwe 308 GTi zo pijnlijk overheen stuiterden, vanuit de 604 alleen nog maar te zien zijn en niet te voelen. En dat allemaal zonder enig spoor van deinen of ander misselijkmakend gedrag. De beheerder van de twee auto's verklaart desgevraagd dat Peugeot vroeger, in elk geval toen deze auto's in productie waren, zelf het complete onderstel en de veren en dempers ontwierp én produceerde. Tegenwoordig niet meer, iets wat hij kwalificeert als een gemis; de onderstellen van nu zijn compromissen. Vandaar.
De conclusie van dit verhaal moet daarom zijn dat vroeger lang niet alles beter was, maar de limousines van Peugeot wel. Het merk is op de goede weg met z’n SUV's, hopelijk voegt het daaraan straks, als nieuwe 508, een limousine toe die recht doet aan de 505 en 604. Met een TI als topversie.
OP PAD MET PEUGEOT 505 TURBO INJECTION EN 604 V6 TI
GTI is een veelbezongen onderwerp in de autowereld. Bij Peugeot leveren alleen de letters T en I echter al heerlijke auto's op. Ook wanneer daarachter twee totaal verschillende betekenissen én modellen schuilgaan. We gaan op pad met twee prachtige toppers uit het rijke verleden van Peugeot, de 505 Turbo Injection en de 604 V6 TI.
TI. De G van 'Grand' ontbreekt bij die aanduiding bewust. We halen voor dit verhaal twee schitterende klassieke Peugeots van stal waarop de letters T en I van toepassing zijn. Ze komen uit de museumcollectie van Peugeot in Sochaux. Geen maagdelijke exemplaren die rechtstreeks van de productielijn in het museum zijn gerold, maar goed geconserveerde occasions met elk flink wat kilometers ervaring. Over de betekenis van de letter T bij de prachtige 604 V6 TI kun je redetwisten, feit is dat de I voor injectie staat. Het is de 'ingespoten' variant van de 604 SL met carburateurmotor. De Peugeot 505 waarmee we de 604 vergelijken, is alleen een TI als je zijn naam afkort: Turbo Injection.
Twee grote Peugeots met onderling sterk verschillende persoonlijkheden, die bovendien uit twee verschillende tijdperken stammen. De bouwjaren liggen op zich niet heel ver uit elkaar, want de 604 is van 1978 en de 505 van 1984. Het verschil zit hem vooral in het feit dat Peugeot zich als merk in de genoemde jaren in twee sterk verschillende fasen van zijn bestaan bevond. Met de 604 manifesteerde het zich voor het eerst als bouwer van voorname automobielen uit de subtop, waar een uit de kluiten gewassen zescilinder onder de kap een must was. Als snel topmodel van een toen al wat langer lopende modelreeks hint de 505 Turbo juist duidelijk naar de sportiviteit die vanaf medio jaren 80 bij de Fransen werd gepropageerd. Denk aan de 205 GTI die vanaf dezelfde periode furore maakte. Aan die dadendrang moest ook de deftige 505 gehoor geven. Geen gemakkelijke opgave, voor een alom gerespecteerde en gedistingeerde zakenauto uit de hogere middenklasse.
Oude stempel
De 505 en 604 zijn Peugeots van de oude stempel. Dat wil zeggen dat ze allebei voortkomen uit de legendarische 504, die stamt uit 1968. De 604 gold als overtreffende trap, de 505 als opvolger. Bijzonder is dat de drie modellen jarenlang naast elkaar in de showrooms hebben gestaan; de 505 uiteindelijk zelfs met de V6 van zijn grote broer. De 604 moest concurreren met auto's als de BMW 525 en Opel Commodore. En natuurlijk met de eveneens nieuwe Volvo 264 en de Renault 30, die ook de gezamenlijk ontwikkelde PRV-zescilinder hadden. De V6 heeft een blokhoek van 90 graden − een waarde die bij een V8 hoort, want een V6 loopt mooier als de cilinderrijen 60 graden tegenover elkaar staan. Klopt allemaal, want de PRV-motor zou aanvankelijk een V8 worden, waarvan − ingegeven door de oliecrisis en de roep om zuiniger motoren − twee cilinders zijn afgesneden. Het verklaart de van nature onrustige loop van het blok, iets waaraan het ook zijn onmiskenbare karakter en geluid ontleent. Als TI heeft de 604 een vermogen van 144 pk te vergeven − heel wat in 1978.
In het 505-gamma verscheen na enkele jaren als topmodel een GTI met 2.2-motor, die echter kort daarna naar de kroon werd gestoken door de nog krachtiger 505 Turbo Injection. Die had vreemd genoeg geen Peugeotmotor, maar de oude, tot 2,2 liter opgerekte viercilinder uit de hoogbejaarde Chrysler 2 Litres. Dat model kwam mee met de boedel van het in 1980 door Peugeot overgenomen merk Chrysler France. De stokoude tweeliter liet zich kennelijk straffeloos van een turbocompressor voorzien, zodat hij 160 pk kon leveren − genoeg om mee te kunnen komen met de qua prijs, prestaties en formaat vergelijkbare Citroën CX GTi, Renault 25 V6 en Volvo 240 Turbo. Waarom het Chrysler-blok? Zelfs de woordvoerder van de museumcollectie kan het niet verklaren. Hoe dan ook, de toevoeging van een turbo was helemaal in de mode, begin jaren 80. Veel fabrikanten legden hun sportieve lot in handen van dat magische blaasinstrument. Van de MG Metro tot de Audi 200 en van de Renault 11 tot de Mitsubishi Sapporo: de turbo was overal. Dus ook bij Peugeot, dat hiermee bij z’n dieselmotoren al een ruime ervaring had opgebouwd − de 604 Turbo D was zelfs een ware turbodiesel-pionier.
Homologatie
De 505 Turbo Injection heeft sportieve genen; feitelijk gaat het hier zelfs om een homologatiemodel. In het Franse toerwagenkampioenschap werd begin jaren 80 met monsterlijk snelle 505's geracet; auto's met knapen van turbo's en 400 pk. Peugeot zelf had hiermee niets te maken; het was een feestje van tuner Danielson. Om te kunnen blijven meestrijden in Groep A had Danielson wel eventjes een gehomologeerde oplage van 5.000 stuks van een turbogestookte 505 nodig. Wilde Peugeot die alstublieft gaan bouwen? Ja, zo bleek. Een turboversie zou het merk een prestigieus topmodel opleveren, die bovendien als imagomaker de 505-reeks enige dynamiek kon bezorgen. Maar sportief of niet, instappen in de 505 Turbo Injection is als je thuis in je favoriete sofa laten vallen. De ambiance mag dan sportief-luxueus bedoeld zijn, je merkt meteen dat de auto als een ware fransoos het begrip verwennerij boven alles stelt.
Het interieur van de gereden auto is allesbehalve in topconditie, maar de charmante gebruikssporen zien we door de vingers. Even schrikken is wel dat de versnellingsspook zijn hockeystick-vormige knop mist, zodat er een kale, ijzeren stengel uit de middenconsole omhoog wijst. Zo'n pookknop is niet meer te vinden, vertelt onze gastheer. In het museum ligt er nog wel eentje, maar die valt in stukjes uit elkaar wanneer je hem op de stengel zou prikken. Dan schakelen we maar met de pookhoes, of wat daarvan over is. En het moet gezegd: zelfs dat gaat heerlijk. Met lange, maar lichte slagen. De bediening van de grote Peugeot is sowieso een genoegen. Er is weinig kracht voor nodig, en alles gaat heel duidelijk. De zit is vreemd, omdat het stuurwiel onder een te vlakke hoek ten opzichte van de bestuurder staat. Een erfenis van de 504. Sturen doet hij strak en secuur. De prestaties komen naar voren zoals dat vroeger bij een turbo ging: er moeten eerst behoorlijk wat toeren op tafel komen, wil het blaasinstrument volle kracht leveren. Het koppel ontplooit zich vervolgens heel vloeiend en gestaag. De duw in de rug mag er zijn, net als de manier waarop de 505 dan zijn neus verheft en achter diep in de veren duikt. Week is hij niet, uiterst comfortabel wel. De motor is stil en soepel en verraadt niets van zijn wortels in de genoemde klassieke Chrysler. Als fijne bonus is er in de verte wat onderdrukt gesuis van de turbine te horen. Wat een heerlijke auto. Die kan de 604 TI onmogelijk overtreffen. Toch?
Hemelbed
Overstappen in Peugeots grootste. Het formaat valt erg mee, want de 604 oogt boven alles veel massiever dan hij in werkelijkheid is. Een riante limousine, jazeker, maar geen slagschip. De oude V6 TI heeft na wat manoeuvreren voor de foto even moeite om te starten, maar als de PRV-motor met een brul ontwaakt, snellen er koude rillingen over de ruggen van liefhebbende toehoorders. Dat zalige timbre is onverwisselbaar. De 604 geeft geen kalmerend gezoem prijs, zoals veel andere zespitters, maar een onrustig gestamp dat je eerder bij een hitsige Italiaan verwacht. Maar dat geldt alleen buiten de auto. Vanbinnen is alles anders. Als de 505 een sofa is waarin je neerploft, dan verwelkomt de 604 je als een zijdezacht hemelbed. Fijn ook dat het een auto met ervaring is waarin we plaatsnemen; dan voelt het leer gevoelsmatig nog soepeler aan, terwijl het fraai gekreukt toont, als kraaienpootjes op een doorleefd gezicht. De 604 hoeft maar half zoveel zijn best te doen om de chauffeur voor zich te winnen als de 505. En het is niet eens een automaat, zoals je verwacht aan te treffen in een auto met een statuur als deze. De grote Peugeot heeft het prestige van een auto uit de topklasse, al was het maar omdat de Franse presidenten zich ermee hebben laten vervoeren.
Maar in de testauto is het gewoon een kwestie van zelf schakelen. De vijfbak past wonderwel bij de auto. Beter gezegd: bij de aanvankelijk terecht als sportief ingeschatte inborst van de V6. Met wat stootjes gas laat hij zich alsnog van zijn beste kant horen: een mooi, vol en sonoor geluid. De pook glijdt lekker, maar wat wollig in de eerste versnelling en met het laten opkomen van de koppeling duikt de vierkante derrière resoluut richting asfalt. Het leer kraakt onder de druk van de acceleratie. De motor klimt wat loom in zijn toeren. Door naar twee, flink wat gas, het koppel laat zich gelden. Even een deceptie: de V6 is helemaal niet zo hitsig als hij klinkt, maar gewoon een heerlijke, sterke machine die van de 604 een adequaat presterende limousine maakt. Sterk genoeg voor soeverein en comfortabel reizen. Die laatste kwalificatie verdient het trouwens om in hoofdletters te worden afgedrukt, want dit is waarin de Peugeot excelleert. De manier waarop deze auto over oneffenheden glijdt, kan gevoelsmatig alleen door een tijdgenoot als de Citroën CX worden geëvenaard. Het is een ongekende sensatie om grove oneffenheden in de weg, waar we eerder die dag nog met een nieuwe 308 GTi zo pijnlijk overheen stuiterden, vanuit de 604 alleen nog maar te zien zijn en niet te voelen. En dat allemaal zonder enig spoor van deinen of ander misselijkmakend gedrag. De beheerder van de twee auto's verklaart desgevraagd dat Peugeot vroeger, in elk geval toen deze auto's in productie waren, zelf het complete onderstel en de veren en dempers ontwierp én produceerde. Tegenwoordig niet meer, iets wat hij kwalificeert als een gemis; de onderstellen van nu zijn compromissen. Vandaar.
De conclusie van dit verhaal moet daarom zijn dat vroeger lang niet alles beter was, maar de limousines van Peugeot wel. Het merk is op de goede weg met z’n SUV's, hopelijk voegt het daaraan straks, als nieuwe 508, een limousine toe die recht doet aan de 505 en 604. Met een TI als topversie.
Comment