Ik herinner mij hoe ik in mijn kindertijd alles moest weten over deze kar, zot was ik ervan
De Mercedes-Benz C 111 behoort nog altijd tot de beroemdste concept-cars uit de geschiedenis.
Dit dankt het model mede aan de publiciteitsafdeling van de fabrikant, die de eigen historie zoveel mogelijk levend houdt. Soms gebeurt dat in de vorm van een actuele praktijktest, zoals afgelopen zomer in Oostenrijk.
De Mercedes-Benz C 111 maakte een verpletterend entree op de 1969-editie van de IAA te Frankfurt. Wat het merk daar presenteerde, was niet alleen een buitengewoon spectaculair gelijnde sportwagen, maar ook een rijdend testlaboratorium. Alles was even gaaf aan het model, van de metallic oranje kleur tot de als meeuwenvleugels openslaande portieren tot de 280 pk sterke drieschijfs Wankelmotor achterin.
De C 111 was in de eerste plaats ontwikkeld om die bijzondere motor mee aan praktijktests te onderwerpen. Mercedes wilde weten of het motorconcept met de roterende zuigers geschikt kon worden gemaakt voor serieproductie. Enkele maanden later, op de Salon van Genève van 1970, werd er al een nieuwe C 111 getoond, die een vierschijfs-versie van dezelfde Wankelmotor had.
Ditmaal liefst 350 pk sterk en goed voor een top van 300 km/h. De gefortuneerden der aarde wapperden op beide beurzen vergeefs met hun chequeboekjes, want de C 111 was niet voorbestemd om in productie te gaan. Een wijs besluit, want de Wankelmotor bleek niet door Mercedes' eigen kwaliteitsbeugel te kunnen. De groeiende interesse in de mogelijkheden om dieselmotoren sneller en zuiniger te maken, lieten het toekomstperspectief van de rotatiemotor bovendien steeds meer wankelen. Latere uitvoeringen van de C 111, die beroemd zijn geworden vanwege de snelheidsrecords die zij op hun naam zetten, werden van sterk opgepepte versies van het 5-cilinder dieselblok uit de Mercedes-Benz 240D 3.0 voorzien.
Bijzonder aan Mercedes-Benz is de moeite die het zich getroost om hun ronduit fascinerende historie in leven te houden. Zo nam het afgelopen zomer met de originele C 111 uit 1970 deel aan de Silvretta Classic, een in hoog aanzien staande klassiekerrally die 150 deelnemers een prachtige route door de Oostenrijkse Alpen voorschotelt. De C 111 was als rechtgeaarde concept-car zonder twijfel de meest spectaculaire deelnemer - een auto waarvan menigeen niet durfde te dromen hem ooit nog eens op de openbare weg in actie te zien.
Om het museumstuk rijklaar te maken, was het wel nodig om een alternatief te vinden voor de onbruikbare Wankelmotor. Dat lukte toen in Mercedes’ archieven het bewijs werd gevonden dat de oorspronkelijke C 111 bij wijze van vergelijkend warenonderzoek was voorzien van de 3,5-liter V8-benzinemotor uit de 300 SEL 3.5. Het lukte de ingenieurs om een identieke V8 in de delicate body van de C 111 te takelen. Voor de tweede keer dus, want met deze actie herhaalde de geschiedenis zich, 44 jaar na dato. Dat de rally een bescheiden resultaat opleverde - de bemanning stuurde de C 111 naar de 96e plek - mag de pret niet drukken. Een concept-car uit vervlogen tijden die een klassiekerrally uitrijdt, is een prestatie op zich.
De Mercedes-Benz C 111 behoort nog altijd tot de beroemdste concept-cars uit de geschiedenis.
Dit dankt het model mede aan de publiciteitsafdeling van de fabrikant, die de eigen historie zoveel mogelijk levend houdt. Soms gebeurt dat in de vorm van een actuele praktijktest, zoals afgelopen zomer in Oostenrijk.
De Mercedes-Benz C 111 maakte een verpletterend entree op de 1969-editie van de IAA te Frankfurt. Wat het merk daar presenteerde, was niet alleen een buitengewoon spectaculair gelijnde sportwagen, maar ook een rijdend testlaboratorium. Alles was even gaaf aan het model, van de metallic oranje kleur tot de als meeuwenvleugels openslaande portieren tot de 280 pk sterke drieschijfs Wankelmotor achterin.
De C 111 was in de eerste plaats ontwikkeld om die bijzondere motor mee aan praktijktests te onderwerpen. Mercedes wilde weten of het motorconcept met de roterende zuigers geschikt kon worden gemaakt voor serieproductie. Enkele maanden later, op de Salon van Genève van 1970, werd er al een nieuwe C 111 getoond, die een vierschijfs-versie van dezelfde Wankelmotor had.
Ditmaal liefst 350 pk sterk en goed voor een top van 300 km/h. De gefortuneerden der aarde wapperden op beide beurzen vergeefs met hun chequeboekjes, want de C 111 was niet voorbestemd om in productie te gaan. Een wijs besluit, want de Wankelmotor bleek niet door Mercedes' eigen kwaliteitsbeugel te kunnen. De groeiende interesse in de mogelijkheden om dieselmotoren sneller en zuiniger te maken, lieten het toekomstperspectief van de rotatiemotor bovendien steeds meer wankelen. Latere uitvoeringen van de C 111, die beroemd zijn geworden vanwege de snelheidsrecords die zij op hun naam zetten, werden van sterk opgepepte versies van het 5-cilinder dieselblok uit de Mercedes-Benz 240D 3.0 voorzien.
Bijzonder aan Mercedes-Benz is de moeite die het zich getroost om hun ronduit fascinerende historie in leven te houden. Zo nam het afgelopen zomer met de originele C 111 uit 1970 deel aan de Silvretta Classic, een in hoog aanzien staande klassiekerrally die 150 deelnemers een prachtige route door de Oostenrijkse Alpen voorschotelt. De C 111 was als rechtgeaarde concept-car zonder twijfel de meest spectaculaire deelnemer - een auto waarvan menigeen niet durfde te dromen hem ooit nog eens op de openbare weg in actie te zien.
Om het museumstuk rijklaar te maken, was het wel nodig om een alternatief te vinden voor de onbruikbare Wankelmotor. Dat lukte toen in Mercedes’ archieven het bewijs werd gevonden dat de oorspronkelijke C 111 bij wijze van vergelijkend warenonderzoek was voorzien van de 3,5-liter V8-benzinemotor uit de 300 SEL 3.5. Het lukte de ingenieurs om een identieke V8 in de delicate body van de C 111 te takelen. Voor de tweede keer dus, want met deze actie herhaalde de geschiedenis zich, 44 jaar na dato. Dat de rally een bescheiden resultaat opleverde - de bemanning stuurde de C 111 naar de 96e plek - mag de pret niet drukken. Een concept-car uit vervlogen tijden die een klassiekerrally uitrijdt, is een prestatie op zich.
Comment