MERCEDES-BENZ W110, W111 EN W112 (HECKFLOSSE) (1959-1971)
Een Mercedes-ontwerper laat zich niet gauw afleiden door de mode, maar in de late jaren vijftig was dat ooit anders. De Mercedes die luisterde naar de code W111 (een ontwerp van de hand van Karl Wilfert) deed zijn intrede en knipoogde naar de buitenissig gevinde Amerikanen van toen. Hij kreeg weliswaar aanmerkelijk kleinere vinnen dan zijn Amerikaanse tijdgenoten, maar dankt er toch mooi zijn bijnaam aan: heckflosse. Overigens zou Mercedes Mercedes niet zijn, als ze niet vermelden dat de vinnen niet zozeer voor de sier waren als dat ze wel een logische functie hadden: als hoekmarkering, oh zo handig bij het achteruit inparkeren. Hoe dan ook: met de onthulling van het model in 1959 was in feite de eerste S-klasse geboren, want het model was in één klap het topmodel van de Duitse firma. Modern was hij zeker, want de nieuwe Mercedes was uitgerust met een heuse veiligheidscarrosserie met kreukelzones en ook een chassis dat een frontale klap mooi kon opvangen doordat het aan de voor- en achterzijde een kreukelzone meekreeg. Het thema ‘veiligheid’ was tevens doorgevoerd in het interieur waar je op een veiligheidsstuur – waarvan de kolom je niet als een speer kon doorboren – stuitte.
Er was een scala aan uitvoeringen leverbaar, waarvan de 95 pk sterke 220b de instapper was. Daarnaast waren er de 220Sb (110 pk); 220 SEb (120 pk). Vanaf 1965 was er de 230S (120 pk) en nog wat later de 250SE met 150 pk. Voor wie dan toch nog niet tevreden was lanceerde Mercedes de W112 in 1961. Deze auto was gelijk aan de W111, maar kwam als ‘300SE’ met 160 pk zescilinder, luchtvering, veel chroom en een aanmerkelijk luxere uitvoering. Tot de komst van de 600-serie was het de meest luxe auto die Mercedes leverde. Ook aan de man met juist een kleinere portemonnee werd gedacht en daarvoor introduceerde men de W110-reeks. Deze had een wat kortere neus om de kleinere motoren niet helemaal te laten verdwijnen: er waren ook diesels: de 190 D en later de 200D. Van de W111 en W112’s zijn ook fraaie coupé- en cabrioletuitvoeringen gebouwd. Productie van de modellenreeks stopte in 1968, maar die coupés en cabriolet werden tot 1971 gebouwd.
Een Mercedes-ontwerper laat zich niet gauw afleiden door de mode, maar in de late jaren vijftig was dat ooit anders. De Mercedes die luisterde naar de code W111 (een ontwerp van de hand van Karl Wilfert) deed zijn intrede en knipoogde naar de buitenissig gevinde Amerikanen van toen. Hij kreeg weliswaar aanmerkelijk kleinere vinnen dan zijn Amerikaanse tijdgenoten, maar dankt er toch mooi zijn bijnaam aan: heckflosse. Overigens zou Mercedes Mercedes niet zijn, als ze niet vermelden dat de vinnen niet zozeer voor de sier waren als dat ze wel een logische functie hadden: als hoekmarkering, oh zo handig bij het achteruit inparkeren. Hoe dan ook: met de onthulling van het model in 1959 was in feite de eerste S-klasse geboren, want het model was in één klap het topmodel van de Duitse firma. Modern was hij zeker, want de nieuwe Mercedes was uitgerust met een heuse veiligheidscarrosserie met kreukelzones en ook een chassis dat een frontale klap mooi kon opvangen doordat het aan de voor- en achterzijde een kreukelzone meekreeg. Het thema ‘veiligheid’ was tevens doorgevoerd in het interieur waar je op een veiligheidsstuur – waarvan de kolom je niet als een speer kon doorboren – stuitte.
Er was een scala aan uitvoeringen leverbaar, waarvan de 95 pk sterke 220b de instapper was. Daarnaast waren er de 220Sb (110 pk); 220 SEb (120 pk). Vanaf 1965 was er de 230S (120 pk) en nog wat later de 250SE met 150 pk. Voor wie dan toch nog niet tevreden was lanceerde Mercedes de W112 in 1961. Deze auto was gelijk aan de W111, maar kwam als ‘300SE’ met 160 pk zescilinder, luchtvering, veel chroom en een aanmerkelijk luxere uitvoering. Tot de komst van de 600-serie was het de meest luxe auto die Mercedes leverde. Ook aan de man met juist een kleinere portemonnee werd gedacht en daarvoor introduceerde men de W110-reeks. Deze had een wat kortere neus om de kleinere motoren niet helemaal te laten verdwijnen: er waren ook diesels: de 190 D en later de 200D. Van de W111 en W112’s zijn ook fraaie coupé- en cabrioletuitvoeringen gebouwd. Productie van de modellenreeks stopte in 1968, maar die coupés en cabriolet werden tot 1971 gebouwd.
Comment