WAAROM AMERIKANEN HET KLEINE BROERTJE VAN DE CORVETTE OOK LEUK VONDEN: OPEL GT ALS MINI-C3
REPORTAGE OPEL GT - CHEVROLET CORVETTE C3
Twee interpretaties van hetzelfde thema, allebei van General Motors. Vallen we voor de bescheiden Opel GT of verovert de extravagante Chevrolet Corvette onze harten? We gaan met beide sportievelingen op pad om uit te zoeken hoe het kwam dat zelfs Amerikanen vielen voor het Europese kloontje van hun American dream.
8j4m916xf0nima_1200.jpg
Het komt mooi uit dat we vandaag testen op een vliegveld. Zo zouden we mooi kunnen nagaan of alleen vliegen echt leuker is dan rijden in een GT, zoals Opel ooit beweerde. De reclameslogan ‘Nur Fliegen ist schöner’ die Rüsselsheim voor de GT hanteerde, is inmiddels bijna net zo legendarisch als de auto zelf. Maar vandaag gaat het over iets anders. Heb je echt maar zo weinig nodig om volop rijplezier te hebben? Of moet je daarvoor flink uitpakken met de Chevrolet Corvette, het grote voorbeeld uit Amerika?
De Opel GT vanbinnen, heel wat anders dan de Kadetts van die tijd.
Laten we maar met beide benen op de grond blijven en ons beperken tot een cockpitvergelijking met de Cessna die in de hangar ernaast staat. Het heeft allemaal best wat van elkaar weg: de vele displays, de kuipstoelen, het schuine dashboard. Het voornaamste verschil is in het midden van het interieur te vinden, waar in het sportvliegtuig uiteraard een stuurknuppel zit. In de GT zit op die plek een hendel waarmee de bestuurder de inklapbare koplampen naar buiten kan laten draaien. De lucht in? Dat doen we een andere keer.
Chevrolet Corvette C3 vanbinnen.
1.9 van Opel GT lekker aan het gas
Ook een rondje vliegveld in de goudkleurige GT is erg vermakelijk, niet in de laatste plaats vanwege de goede grip. Het is moeilijk te geloven dat hij in technisch opzicht veel gemeen heeft met de goede oude Kadett. Deze getalenteerde sportwagen doet beslist niet denken aan brave massatechniek. De sierlijke Opel ‘vliegt’ behendig tussen de pylonen door bij de slalomproef. De directe, ietwat zware besturing geeft een goede feedback en omdat de 1,9-liter viercilinder motor zo lekker aan het gas hangt, trappen we als we de pylonen achter ons hebben gelaten het gaspedaal nog eens diep in. Wie weet, misschien halen we de Cessna in, die net aan het opstijgen is op de baan naast ons. Maar we hebben geen schijn van kans! Hoewel alles behoorlijk snel aanvoelt in het kleine interieur. Als het op sprinten en de tussenacceleratie aankomt, wordt toch duidelijk dat de GT zijn techniek deelt met burgermansauto’s.
Anderhalve maat groter
Bij de Chevrolet Corvette is dat toch een ander verhaal. Om erachter te komen hoe groot het verschil in prestaties is, stappen we over in de C3, een exemplaar uit 1972 dat zo onberispelijk gerestaureerd is dat hij bijna te mooi is om ermee te rijden. De Amerikaanse sportwagen lijkt anderhalve maat groter dan de GT, maar vertoont verder treffende gelijkenissen. Geen wonder: beide auto’s hebben dezelfde roots; als blauwdruk diende het Mako Shark-studiemodel van de hand van GM-stylist Larry Shinoda. Zoals het uitzicht op de motorkap, die wordt omlijst door de scherpe randen van de spatborden. Het is net als bij de Opel, maar dan in breedbeeld. De Chevy laat de colaflesvorm met wespentaille echter nog meer tot uiting komen dan de Duitser. Opel-ontwerper Erhard Schnell had het Corvette-thema niet alleen gereduceerd tot Europese proporties, maar ook vet weggezogen op plekken waar de Corvette wat al te weelderig was vormgegeven.
T-top: afneembaar targa-dak
De conceptuele zwakke punten bleven helaas hetzelfde aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Zowel GT- als Corvette-eigenaars ergeren zich aan de piepkleine ‘bagageruimte’, die alleen van binnenuit toegankelijk is. Maar Corvette-bezitters genieten wel van de voordelen van een afneembaar targa-dak, ook wel bekend als de ‘T-top’. Opel-rijders worden bij warm weer altijd flink opgewarmd in hun krappe auto; de luchtige ‘Aero’ bleef een prototype. Het mintkleurige interieur van de geteste C3 verraadt dat de kwaliteit van de materialen die Chevrolet toepaste in de Corvette op zijn best middelmatig was. De Amerikanen, die altijd de schijn willen ophouden, wisten dit gedeeltelijk te verbergen met een extravagant design.
5,7-liter V8
Maar nu is eindelijk het moment aangebroken om de sleutel van de Amerikaan om te draaien. Waar de GT slechts een saai stationair geluid maakt, brult de Corvette V8 als een tornado over de prairie. Sluit je ogen en je waant je spontaan in een western; heel toepasselijk, want de lakkleur ‘War Bonnet Yellow’ is geïnspireerd op een Indiaanse oorlogstooi. Het 5,7-liter small-block heeft echter vredelievende bedoelingen, ondanks zijn strijdlustige akoestiek. Hoewel hij begin jaren 70 al kracht had verloren ten gunste van betere emissiewaarden, voelt de bestuurder zich nooit ondergemotoriseerd. Dat is te danken aan het riante koppel, dat via een drietaps automatische transmissie met lange overbrengingsverhoudingen naar de achteras wordt overgebracht. Cilinderinhoud is inderdaad moeilijk te vervangen. Maar ook het dramatische geluid, waardoor de prestaties altijd spectaculairder aanvoelen dan ze in werkelijkheid zijn.
Verrassend genoeg is de C3 geen stoere sportwagen. Het is ook geen wild beest zoals de Ford Mustang. In tegenstelling tot die auto, die soms bokt en stampt als een boos rodeopaard, demonstreert hij zelfs een zekere mate van verfijning. Korte dwarsrichels zorgen er weliswaar voor dat de assen onrustig worden en trillingen door de kunststof carrosserie sturen, maar de Corvette weet zo goed raad met lange oneffenheden dat je hem bijna tot Gran Turismo zou willen uitroepen. Langere ritten zijn geen straf en dankzij de overtuigende rechtuitstabiliteit kun je op een ontspannen manier iets harder rijden dan het Amerikaanse snelwegtempo. Zelfs de remweg voldoet aan de eisen van de Oude Wereld: met een afstand van 52,3 meter staat de Corvette met een beginsnelheid van 100 km/h ruim een autolengte eerder stil dan de Opel GT.
Techniek Corvette C3 was in 1967 al gedateerd
De besturing verdient eveneens lof: nauwelijks speling en nauwkeurig maar niet nerveus. Op de slalomproef zit de softe set-up hem nogal in de weg. Als je net in de GT om de pylonen heen bent gevlogen, krijg je in de Chevy het gevoel met een vrachtwagen van 40 ton over het slalomparcours te zeilen. Die indruk is niet helemaal ongegrond: onder de lichte carrosserie zit een zwaar ladderchassis; de techniek van de C3 was al in 1967 gedateerd. Maar het is tot op de dag van vandaag een bijzonder fascinerende auto gebleven.
Opel GT ook in VS geliefd
De GT is op zijn manier eveneens fascinerend. De Amerikanen konden hem wel waarderen; het grootste deel van de GT-productie ging naar de VS. Dat de Opel in deze vergelijking toch zijn meerdere moet erkennen in de Corvette, heeft alles te maken met het feit dat de Chevy in veel opzichten een stapje verder ging. Het wendbaardere rijgedrag en de lagere kosten spreken juist in het voordeel van de GT. Zijn historische betekenis is zelfs groter vanuit Duits perspectief. Maar wij zouden nog steeds liever de zonsondergang tegemoet cruisen in een Chevrolet Corvette C3. We kunnen ons niet voorstellen dat vliegen nog leuker is!
REPORTAGE OPEL GT - CHEVROLET CORVETTE C3
Twee interpretaties van hetzelfde thema, allebei van General Motors. Vallen we voor de bescheiden Opel GT of verovert de extravagante Chevrolet Corvette onze harten? We gaan met beide sportievelingen op pad om uit te zoeken hoe het kwam dat zelfs Amerikanen vielen voor het Europese kloontje van hun American dream.
8j4m916xf0nima_1200.jpg
Het komt mooi uit dat we vandaag testen op een vliegveld. Zo zouden we mooi kunnen nagaan of alleen vliegen echt leuker is dan rijden in een GT, zoals Opel ooit beweerde. De reclameslogan ‘Nur Fliegen ist schöner’ die Rüsselsheim voor de GT hanteerde, is inmiddels bijna net zo legendarisch als de auto zelf. Maar vandaag gaat het over iets anders. Heb je echt maar zo weinig nodig om volop rijplezier te hebben? Of moet je daarvoor flink uitpakken met de Chevrolet Corvette, het grote voorbeeld uit Amerika?
De Opel GT vanbinnen, heel wat anders dan de Kadetts van die tijd.
Laten we maar met beide benen op de grond blijven en ons beperken tot een cockpitvergelijking met de Cessna die in de hangar ernaast staat. Het heeft allemaal best wat van elkaar weg: de vele displays, de kuipstoelen, het schuine dashboard. Het voornaamste verschil is in het midden van het interieur te vinden, waar in het sportvliegtuig uiteraard een stuurknuppel zit. In de GT zit op die plek een hendel waarmee de bestuurder de inklapbare koplampen naar buiten kan laten draaien. De lucht in? Dat doen we een andere keer.
Chevrolet Corvette C3 vanbinnen.
1.9 van Opel GT lekker aan het gas
Ook een rondje vliegveld in de goudkleurige GT is erg vermakelijk, niet in de laatste plaats vanwege de goede grip. Het is moeilijk te geloven dat hij in technisch opzicht veel gemeen heeft met de goede oude Kadett. Deze getalenteerde sportwagen doet beslist niet denken aan brave massatechniek. De sierlijke Opel ‘vliegt’ behendig tussen de pylonen door bij de slalomproef. De directe, ietwat zware besturing geeft een goede feedback en omdat de 1,9-liter viercilinder motor zo lekker aan het gas hangt, trappen we als we de pylonen achter ons hebben gelaten het gaspedaal nog eens diep in. Wie weet, misschien halen we de Cessna in, die net aan het opstijgen is op de baan naast ons. Maar we hebben geen schijn van kans! Hoewel alles behoorlijk snel aanvoelt in het kleine interieur. Als het op sprinten en de tussenacceleratie aankomt, wordt toch duidelijk dat de GT zijn techniek deelt met burgermansauto’s.
Anderhalve maat groter
Bij de Chevrolet Corvette is dat toch een ander verhaal. Om erachter te komen hoe groot het verschil in prestaties is, stappen we over in de C3, een exemplaar uit 1972 dat zo onberispelijk gerestaureerd is dat hij bijna te mooi is om ermee te rijden. De Amerikaanse sportwagen lijkt anderhalve maat groter dan de GT, maar vertoont verder treffende gelijkenissen. Geen wonder: beide auto’s hebben dezelfde roots; als blauwdruk diende het Mako Shark-studiemodel van de hand van GM-stylist Larry Shinoda. Zoals het uitzicht op de motorkap, die wordt omlijst door de scherpe randen van de spatborden. Het is net als bij de Opel, maar dan in breedbeeld. De Chevy laat de colaflesvorm met wespentaille echter nog meer tot uiting komen dan de Duitser. Opel-ontwerper Erhard Schnell had het Corvette-thema niet alleen gereduceerd tot Europese proporties, maar ook vet weggezogen op plekken waar de Corvette wat al te weelderig was vormgegeven.
T-top: afneembaar targa-dak
De conceptuele zwakke punten bleven helaas hetzelfde aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Zowel GT- als Corvette-eigenaars ergeren zich aan de piepkleine ‘bagageruimte’, die alleen van binnenuit toegankelijk is. Maar Corvette-bezitters genieten wel van de voordelen van een afneembaar targa-dak, ook wel bekend als de ‘T-top’. Opel-rijders worden bij warm weer altijd flink opgewarmd in hun krappe auto; de luchtige ‘Aero’ bleef een prototype. Het mintkleurige interieur van de geteste C3 verraadt dat de kwaliteit van de materialen die Chevrolet toepaste in de Corvette op zijn best middelmatig was. De Amerikanen, die altijd de schijn willen ophouden, wisten dit gedeeltelijk te verbergen met een extravagant design.
5,7-liter V8
Maar nu is eindelijk het moment aangebroken om de sleutel van de Amerikaan om te draaien. Waar de GT slechts een saai stationair geluid maakt, brult de Corvette V8 als een tornado over de prairie. Sluit je ogen en je waant je spontaan in een western; heel toepasselijk, want de lakkleur ‘War Bonnet Yellow’ is geïnspireerd op een Indiaanse oorlogstooi. Het 5,7-liter small-block heeft echter vredelievende bedoelingen, ondanks zijn strijdlustige akoestiek. Hoewel hij begin jaren 70 al kracht had verloren ten gunste van betere emissiewaarden, voelt de bestuurder zich nooit ondergemotoriseerd. Dat is te danken aan het riante koppel, dat via een drietaps automatische transmissie met lange overbrengingsverhoudingen naar de achteras wordt overgebracht. Cilinderinhoud is inderdaad moeilijk te vervangen. Maar ook het dramatische geluid, waardoor de prestaties altijd spectaculairder aanvoelen dan ze in werkelijkheid zijn.
Verrassend genoeg is de C3 geen stoere sportwagen. Het is ook geen wild beest zoals de Ford Mustang. In tegenstelling tot die auto, die soms bokt en stampt als een boos rodeopaard, demonstreert hij zelfs een zekere mate van verfijning. Korte dwarsrichels zorgen er weliswaar voor dat de assen onrustig worden en trillingen door de kunststof carrosserie sturen, maar de Corvette weet zo goed raad met lange oneffenheden dat je hem bijna tot Gran Turismo zou willen uitroepen. Langere ritten zijn geen straf en dankzij de overtuigende rechtuitstabiliteit kun je op een ontspannen manier iets harder rijden dan het Amerikaanse snelwegtempo. Zelfs de remweg voldoet aan de eisen van de Oude Wereld: met een afstand van 52,3 meter staat de Corvette met een beginsnelheid van 100 km/h ruim een autolengte eerder stil dan de Opel GT.
Techniek Corvette C3 was in 1967 al gedateerd
De besturing verdient eveneens lof: nauwelijks speling en nauwkeurig maar niet nerveus. Op de slalomproef zit de softe set-up hem nogal in de weg. Als je net in de GT om de pylonen heen bent gevlogen, krijg je in de Chevy het gevoel met een vrachtwagen van 40 ton over het slalomparcours te zeilen. Die indruk is niet helemaal ongegrond: onder de lichte carrosserie zit een zwaar ladderchassis; de techniek van de C3 was al in 1967 gedateerd. Maar het is tot op de dag van vandaag een bijzonder fascinerende auto gebleven.
Opel GT ook in VS geliefd
De GT is op zijn manier eveneens fascinerend. De Amerikanen konden hem wel waarderen; het grootste deel van de GT-productie ging naar de VS. Dat de Opel in deze vergelijking toch zijn meerdere moet erkennen in de Corvette, heeft alles te maken met het feit dat de Chevy in veel opzichten een stapje verder ging. Het wendbaardere rijgedrag en de lagere kosten spreken juist in het voordeel van de GT. Zijn historische betekenis is zelfs groter vanuit Duits perspectief. Maar wij zouden nog steeds liever de zonsondergang tegemoet cruisen in een Chevrolet Corvette C3. We kunnen ons niet voorstellen dat vliegen nog leuker is!
Opel GT 1900 De 1,9-liter motor uit de Rekord paste alleen onder de motorkap dankzij een bubbelvormig uitsteeksel in het plaatwerk. Omwille van de ruimte moest het kleppendeksel van de 90 pk sterke CIH-viercilinder aan de voorkant worden afgeschuind. De motor is ver naar achteren geplaatst, maar de gewichtsverdeling is met 56:44 niet zo goed als die van de Chevrolet. De Opel heeft geen kofferbak, alleen een opbergvak dat toegankelijk is vanuit het interieur. Als het reservewiel erin wordt opgeborgen, blijft er minder dan de helft van de normaliter beschikbare 190 liter over. Het uitklappen van de kenmerkende klapkoplampen met de trekhendel op de middentunnel kost veel kracht. Eenvoudig gelijnde stalen wielen met verchroomde naafdoppen zijn typerend voor de GT 1900. |
Chevrolet Corvette C3 350 De optionele Rally Wheels passen perfect bij het macho-uiterlijk van de C3. Ook fraai, maar wel onhandig te bedienen: de verzonken inklapbare portiergrepen. Opvallende details zijn het fake ‘Egg Crate’ luchtrooster en de Stingray-belettering op de flanken. De felle lakkleur ‘War Bonnet Yellow’ is geïnspireerd op de verendecoraties van inheemse Amerikaanse opperhoofden en werd in 1971 aan het kleurengamma toegevoegd. Ook hier geen achterklep, je hebt toegang tot het achtercompartiment voor het opbergen van de T-top en bagage (142 liter) door de rugleuningen van de stoelen voorover te klappen. De 350 cubic inch V8 was in het bouwjaar van onze testauto (1972) al verzwakt door strengere emissievoorschriften en stuurde slechts 200 pk richting de achteras bij 4.400 tpm. |
Comment