BMW Lovers V2

[Jocar]

BMW Z1 (1989-1992)

[David67]

Prachtige wagen zo'n Z1, alleen jammer van die idiote deuren.

[Jocar]

De eigenwijze Baur-cabriolets op basis van de 3-serie van generaties E21 zal menigeen nog helder voor de geest staan, maar de laatste Baur-versie van BMW’s populaire model is zo goed als onbekend. Maak kennis met de Baur TC4!

De E21 en de E30, de 3-serie-generaties voor de komst van deze E36, werden veelvuldig gezien in Baur-trim. Hoewel BMW van de E30 uiteindelijk ook zelf een cabriolet leverde, waren de van een rolbeugel en vaste zijruit-omlijstingen voorziene Baur-conversies destijds nog regelmatig te zien.

Toen BMW begin jaren '90 met de E36 kwam, bleek dat een behoorlijke revolutie ten opzichte van de klassiek ogende E30. Dat weerhield Baur niet van de ontwikkeling van de TC4, die niet op de tweedeurs coupé, maar op de vierdeurs sedan werd gebaseerd. Dat leverde een auto op die qua carrosserievorm behoorlijk uniek kan worden genoemd. De Landaulet-achtige middenklasser kreeg een cabrioletkap boven de achterbank mee, terwijl de voorste passagiers een los dakpaneel boven het hoofd kregen. De deuren bleven intact en ter hoogte van de B-stijl was er een vaste verbinding, maar toch is de TC4 ongekend open voor een vierdeurs sedan.

TC4-kopers beschikten over niet minder dan vier mogelijkheden voor wat betreft het dak: helemaal open, helemaal dicht, met een geopende voorkant en een geopende achterkant. Mede dankzij de komst van BMW's eigen volwaardige cabriolet op basis van de E36, zijn er nauwelijks meer dan 300 TC4's gebouwd. Ondergetekende had onlangs het geluk om één van die exemplaren tegen te komen, een auto die getuige de enkele uitlaat over een viercilinder beschikt. Uiteraard was de conversie ook mogelijk bij de zespits-variant.

[Jocar]

BMW zou plannen hebben om de naam CSL terug te brengen. De voor liefhebbers magische lettercombinatie is tot nu toe op slechts enkele modellen toegepast.

Road & Track meldt dat de naam CSL in de toekomst de GTS-aanduiding zal vervangen in de BMW line-up. Dat betekent dat het Coupe Sport Light/Leicht opnieuw is voorbehouden aan de meest hardcore varianten van BMW's M-modellen. Die zijn onder te verdelen in verschillende gradaties van sportiviteit, want naast de al behoorlijk op rijplezier gerichte 'gewone' M's en die GTS-modellen is er ook nog het CS-label, dat zich tussen het reguliere model en de GTS/CSL bevindt.

Ook de laatste auto die het CSL-label mocht dragen, de M3 van de E46-generatie, kende die onderverdeling. De CS, of de auto met het 'Competetion Package', was destijds een M3 met onder meer de stuurinrichting en de 19-inch wielen van de CSL, maar zonder diens rigoureuze gewichtsverlies, hogere motorvermogen en uiterlijke kenmerken. Overigens was er ook een CSL-versie van de E36 M3, maar die is nog zeldzamer dan z'n opvolger.

De enige andere productie-BMW met de naam CSL is de 3.0 CSL uit de jaren '70. Dat homologatiemodel op basis van de E9-coupé is mede dankzij z'n bizarre, optionele spoilerwerk legendarisch onder BMW-liefhebbers, wat voor BMW aanleiding was om in 2015 met de 3.0 CSL Hommage-concept-car te komen.

Wanneer en op welke auto het CSL-label terugkeert, is nog even afwachten. Een speciale versie op basis van de M2 of M4 ligt echter het meest voor de hand.

[Jocar]

[Gixxer]

[Gixxer]

[Gixxer]

[Gixxer]

[Gixxer]

[The Pretender]

[The Pretender]

#BMW F30 3 Series render by Julien Sarremejean.

[Jocar]

BMW M1 (1978-1980)

In Parijs onthult BMW in 1978 haar sportwagen met middenmotor. De door Giugiaro getekende M1 is radicaal anders dan de bestaande BMW-modellen, al zijn er wel wat trekjes van het BMW Turbo prototype uit 1972 in te herkennen. BMW moet 400 exemplaren van de M1 bouwen, om zo gehomologeerd te worden voor de aantrekkelijke Groep 4 en 5 races.
De 3.453 cc zescilinder-in-lijn met 4 kleppen per cilinder levert in standaardtrim 277 pk; voor de racerij wordt het vermogen nog eens opgeschroefd tot 470 pk (Groep 4) respectievelijk 850 pk (met turbocompressor, voor Groep 5). De straatversie heeft een topsnelheid van 259 km/h en sprint in 5,6 seconden vanuit stilstand naar de 100 km/h. Omdat door allerlei vertragingen bij de ontwikkeling de deadline voor de Groep 4 races niet wordt gehaald, wordt voorlopig uitsluitend de straatversie in productie genomen. In 1979 besluit men het potentieel van de M1 te bewijzen tijdens de in het Formule-1 voorprogramma opgenomen M1 Procar-series, waar de bestgeklasseerde F1-coureurs van desbetreffend raceweekend als gastrijders samen met andere rijders strijden om de eerste plek. Deze Procar-series zijn mateloos populair bij het publiek.
In totaal worden ongeveer 453 stuks (straat- en raceversies) gebouwd, niet zoals gepland bij Lamborghini(dat niet aan de gestelde kwaliteitseisen kan voldoen), maar bij BMW Motorsport zelf in München. In 1980 stopt de productie.

[Jocar]

BMW NIEUWE KLASSE (1961-1972)

BMW balanceert in 1959 op de rand van de (financiële) afgrond; slechts een wonder kan de firma redden van de ondergang. Dat wonder komt in de vorm van Herbert Quandt, die het merendeel van de aandelen opkoopt en voor een forse kapitaalinjectie zorgt. Daardoor krijgt BMW eindelijk de middelen om de broodnodige middenklasse sedan te ontwikkelen.
Op de IAA van 1961 is het zover: de BMW 1500 (ook wel ‘De Nieuwe Klasse’ genoemd) wordt aan het publiek getoond. Het design is in samenwerking met Michelotti tot stand gekomen en vertoont voor het eerst de kenmerkende Hofmeister-knik in de C-stijl. Het onderstel is voor die tijd ongekend stug. De nieuw ontwikkelde viercilinder van 1.499 cc levert 80 pk, voldoende voor een vlotte rijstijl.
De roep om meer vermogen blijft echter niet uit, en dus zien in 1963 de 10 pk sterkere 1800 met 1,8-liter viercilinder en de zeer sportieve 1800 TI het levenslicht. De snelle TI heeft 110 pk en daarmee kan een top van 175 km/h worden gehaald. Een sprintje naar de 100 km/h is mogelijk in 10,3 seconden. Voor die tijd sportwagenprestaties! Geen wonder dus, dat de pers zich een beetje zorgen maakt over het feit dat zo’n snelle automobiel nu voor veel mensen bereikbaar is. Men hoopt, dat de BMW-dealers zo verstandig zijn om de minder geoefende rijders de tammere 1800 te adviseren. Want: “…een auto met een dergelijk hoog prestatieniveau is niet bedoeld om er brood mee te gaan halen…”.
In 1964 wordt de 1500 door de 3 pk sterkere 1600 vervangen. Door de 1,8 te vergroten tot 1.990 cc haalt men nog meer pk’s uit de viercilinder. Deze motor wordt vanaf 1966 met 100 en 120 pk gebruikt voor de nieuwe 2000’s, luxueuze en snelle uitvoeringen van de Nieuwe Klasse. Het interieur is luxer aangekleed en uiterlijk is de auto herkenbaar aan de rechthoekige in plaats van ronde koplampen. Ook de achterlichten zijn groter en anders van vorm. De 120 pk versie met dubbele carburateurs vinden we in de 2000 TI (echter met het sobere uiterlijk van de 1800 TI) en 2000 tilux. Laatstgenoemde model wordt in 1969 vervangen door de 130 pk ophoestende 2000 tii, met injectie. In 1972 wordt de Nieuwe Klasse opgevolgd door de 5-serie.

[Jocar]

BMW 2000 C / CS (1965-1969)

In juni 1965 lopen de BMW 2000 C en CS van stapel. De luxueuze coupé is het nieuwe topmodel van de wit-blauwen en markeert het 50-jarig bestaan van het merk. Bij het exterieurdesign – dat enigszins voortborduurt op de elegante vormen van de 3200 CS van Bertone – springt vooral de dichte neus met de kenmerkende nieren er uit, net als de dubbele koplampen met clignoteurs achter een gezamenlijk afdekglas.
De 2000 C is standaard uitgerust met een handgeschakelde vierversnellingsbak en heeft een nieuw, 100 pk leverend tweeliterblok onder de kap liggen, een doorontwikkeling van de 1,8-liter viercilinder uit de 1800. Tegen meerprijs kan de C worden voorzien van een drietraps automatische versnellingsbak. De sportievere CS beschikt over de sterkere motorvariant met dubbele carburateurs en 120 pk en loopt daarmee 185 km/h. De CS is uitsluitend handgeschakeld leverbaar.
Bijzonder is dat de carrosserie bij Karmann in Osnabrück wordt vervaardigd. In het interieur wordt rijkelijk gestrooid met hout. De coupé is echter flink aan de prijs en blijft daardoor vrij exclusief: tot 1969 worden 2.837 exemplaren van de 2000 C en 8.883 exemplaren van de 2000 CS gebouwd. De coupés worden opgevolgd door de zescilinder 2800 CS.

[Jocar]

30 Jaar BMW 7-serie met V12

[Jakkel]

[Jocar]

Bmw 600 (1957)

[Jocar]

BMW 325i Cabrio

[Gast]

Nostalgie van de bovenste plank ! Hoe sjiek was dat destijds, die gebogen dash boards in een BMW. En dat pookje, voel hier nog hoe die schakelde...