NSU-ERFENIS
HOE DE VOLKSWAGEN POLO ZIJN CARRIÈRE ALS AUDI 50 BEGON
De eerste Volkswagen Polo was een auto die als Audi 50 het levenslicht zag. Een bijzonder begin dus, voor een model dat uitgroeide tot een groot succes voor Volkswagen. Bij de Audi 50 liep het iets anders.
Eind jaren zestig loopt bij Volkswagen de succesformule met de achterin geplaatste luchtgekoelde boxermotoren op zijn laatste benen. In Italië, Frankrijk en Engeland verschijnen voorwielaandrijvers met watergekoelde lijnmotoren, en met succes. Alleen in Wolfsburg wil dit concept maar niet van de grond komen. Althans, niet in eigen huis. Voor een grote revolutie is een overname nodig. Wanneer in 1964 Auto Union (inclusief DKW en Audi) van Daimler-Benz wordt overgenomen, is daar al een programma in gang gezet om een nieuwe reeks voorwielaandrijvers te ontwikkelen. Voor Volkswagen komt één en ander pas in een stroomversnelling als in 1969 ook NSU (met een kant en klare K70) bij de Auto Union-merken wordt gevoegd. Als aanvulling op c.q. potentieel vervanger van de Type 3 (1500/1600 Ponton en afgeleiden) en Type 4 (411 en 412) wordt de voorwielaangedreven K70 te elfder ure voorzien van Volkswagen-emblemen en ook alleen als VW verkocht. Een verkoopsucces wordt het echter niet. Zo kwakkelen ze bij Volkswagen dan ook nog steeds luchtgekoeld de jaren zeventig in. Desalniettemin ligt de toekomst bij voorwielaandrijving. Beter gaat het vanaf 1973 met de van de Audi 80 afgeleide Passat en als in 1974 de door Giorgetto Giugiaro getekende Golf ten tonele verschijnt komt Volkswagen weer helemaal op koers. Alleen of die Golf ook echt een opvolger voor de Kever is … eigenlijk staat die nieuwe hatchback iets hoger in de markt.
Type 86
Eind 1972 wordt bij Audi gestart met project ‘Type 86’. Het wordt een compacte voorwielaandrijver die het gat moet opvullen dat zal ontstaan na het verdwijnen van de NSU Prinz in 1973. Voor het basisontwerp tekent Ludwig Kraus, de man die ook verantwoordelijk is voor de NSU Ro80 en de Audi 80. In de eindfase wordt het lijnenspel in de studio’s van Bertone nog een beetje bijgepunt door Marcello Gandini, maar dat zijn alleen details. Na slechts 21 maanden is de driedeurs hatchback klaar voor productie, kom daar nu eens om. Als het doek er in september 1974 af gaat, maakt het publiek kennis met een auto voorzien van de naam Audi 50.
De auto wordt echter niet in de Audi-fabriek in Ingolstadt gebouwd, wel in Wolfsburg. Pardon, Wolfsburg? Da’s toch waar de Volkswagens vandaan komen? Inderdaad. En dat niet alleen, op het kenteken staat ook als fabrikant VW Volkswagenwerk vermeld. Pas in maart 1975 wordt duidelijk waarom. Iets minder luxe uitgerust en ook verkrijgbaar met een kleinere, 40 pk sterke 0,9 liter motor en trommelremmen rondom wordt de VW Polo voorgesteld, net onder de Golf. De Polo is basic, de Audi 50 staat hoger in de markt en flink ook. Een 50 kost met de 60 pk sterke 1,1 liter-motor zelfs meer dan de grotere VW Golf met die motor.
In 1977 verschijnt er ook een sedan. Deze is oorspronkelijk ontworpen voor en door Audi, de gelijkenis met de achterkant van de Audi 80 is groot. Toch komt de versie met kofferbak er alleen als Volkswagen en heet-ie Derby. Voor 1979 staat een facelift gepland. Het zijn echter alleen de Polo en de Derby die voorzien worden van onder meer de daarbij behorende dikkere bumpers en andere grille. In juli 1978 rolt na 180.828 gebouwde exemplaren namelijk alweer de laatste Audi 50 van de band. Audi gaat up-market en moet zich concentreren op grotere modellen. De Polo en Derby gaan door tot 1981, waarna ze afgelost worden door een nieuwe generatie. De naam Derby gaat hierbij ook de geschiedenisboeken in, de nieuwe sedan heet voortaan ook gewoon Polo, later zelfs Polo Classic. Veel 50’s, Derby’s en eerste generatie Polo’s zijn er niet overgebleven, ongevoelig voor roest waren ze bepaald niet.
HOE DE VOLKSWAGEN POLO ZIJN CARRIÈRE ALS AUDI 50 BEGON
De eerste Volkswagen Polo was een auto die als Audi 50 het levenslicht zag. Een bijzonder begin dus, voor een model dat uitgroeide tot een groot succes voor Volkswagen. Bij de Audi 50 liep het iets anders.
Eind jaren zestig loopt bij Volkswagen de succesformule met de achterin geplaatste luchtgekoelde boxermotoren op zijn laatste benen. In Italië, Frankrijk en Engeland verschijnen voorwielaandrijvers met watergekoelde lijnmotoren, en met succes. Alleen in Wolfsburg wil dit concept maar niet van de grond komen. Althans, niet in eigen huis. Voor een grote revolutie is een overname nodig. Wanneer in 1964 Auto Union (inclusief DKW en Audi) van Daimler-Benz wordt overgenomen, is daar al een programma in gang gezet om een nieuwe reeks voorwielaandrijvers te ontwikkelen. Voor Volkswagen komt één en ander pas in een stroomversnelling als in 1969 ook NSU (met een kant en klare K70) bij de Auto Union-merken wordt gevoegd. Als aanvulling op c.q. potentieel vervanger van de Type 3 (1500/1600 Ponton en afgeleiden) en Type 4 (411 en 412) wordt de voorwielaangedreven K70 te elfder ure voorzien van Volkswagen-emblemen en ook alleen als VW verkocht. Een verkoopsucces wordt het echter niet. Zo kwakkelen ze bij Volkswagen dan ook nog steeds luchtgekoeld de jaren zeventig in. Desalniettemin ligt de toekomst bij voorwielaandrijving. Beter gaat het vanaf 1973 met de van de Audi 80 afgeleide Passat en als in 1974 de door Giorgetto Giugiaro getekende Golf ten tonele verschijnt komt Volkswagen weer helemaal op koers. Alleen of die Golf ook echt een opvolger voor de Kever is … eigenlijk staat die nieuwe hatchback iets hoger in de markt.
Type 86
Eind 1972 wordt bij Audi gestart met project ‘Type 86’. Het wordt een compacte voorwielaandrijver die het gat moet opvullen dat zal ontstaan na het verdwijnen van de NSU Prinz in 1973. Voor het basisontwerp tekent Ludwig Kraus, de man die ook verantwoordelijk is voor de NSU Ro80 en de Audi 80. In de eindfase wordt het lijnenspel in de studio’s van Bertone nog een beetje bijgepunt door Marcello Gandini, maar dat zijn alleen details. Na slechts 21 maanden is de driedeurs hatchback klaar voor productie, kom daar nu eens om. Als het doek er in september 1974 af gaat, maakt het publiek kennis met een auto voorzien van de naam Audi 50.
De auto wordt echter niet in de Audi-fabriek in Ingolstadt gebouwd, wel in Wolfsburg. Pardon, Wolfsburg? Da’s toch waar de Volkswagens vandaan komen? Inderdaad. En dat niet alleen, op het kenteken staat ook als fabrikant VW Volkswagenwerk vermeld. Pas in maart 1975 wordt duidelijk waarom. Iets minder luxe uitgerust en ook verkrijgbaar met een kleinere, 40 pk sterke 0,9 liter motor en trommelremmen rondom wordt de VW Polo voorgesteld, net onder de Golf. De Polo is basic, de Audi 50 staat hoger in de markt en flink ook. Een 50 kost met de 60 pk sterke 1,1 liter-motor zelfs meer dan de grotere VW Golf met die motor.
In 1977 verschijnt er ook een sedan. Deze is oorspronkelijk ontworpen voor en door Audi, de gelijkenis met de achterkant van de Audi 80 is groot. Toch komt de versie met kofferbak er alleen als Volkswagen en heet-ie Derby. Voor 1979 staat een facelift gepland. Het zijn echter alleen de Polo en de Derby die voorzien worden van onder meer de daarbij behorende dikkere bumpers en andere grille. In juli 1978 rolt na 180.828 gebouwde exemplaren namelijk alweer de laatste Audi 50 van de band. Audi gaat up-market en moet zich concentreren op grotere modellen. De Polo en Derby gaan door tot 1981, waarna ze afgelost worden door een nieuwe generatie. De naam Derby gaat hierbij ook de geschiedenisboeken in, de nieuwe sedan heet voortaan ook gewoon Polo, later zelfs Polo Classic. Veel 50’s, Derby’s en eerste generatie Polo’s zijn er niet overgebleven, ongevoelig voor roest waren ze bepaald niet.
Comment