In Het Laatste Nieuws enkele dagen terug : Is dieselangst terecht? NIET ALTIJD!
ZO IS EEN SUV OP BENZINE EEN ONLOGISCHE COMBINATIE
De Belg durft geen diesel meer te kopen. Dat werd wel duidelijk op het jongste Autosalon. Maar voor een SUV, het autotype dat nu zo populair is, is een dieselmotor veel beter, zo bleek nog maar eens uit mijn test van de Jaguar E-Pace. Zou onze overheid de dieselmotor dan te vroeg verketterd hebben?
Bij een Koreaans automerk klonk het zo: “We verkopen veel meer benzinewagens dan diesels. Het lijkt alsof de mensen bang zijn om nog een turbodiesel te kopen.”
Er heerst in dit land zoiets als ‘diesel-angst’. Je zou dan ook voor minder bang zijn om nog een diesel te kopen. De overheid voert al maanden campagne tegen diesel als brandstof voor personenwagens na het schandaal rond de auto’s van de Volkswagen-groep, dat in september 2015 losbarstte. Positief aan de hele heisa is dat er eindelijk naar meer dan de CO2-uitstoot van auto’s wordt gekeken. Het besef groeit dat er ook problemen zijn met fijn stof of NOx, een restproduct van de verbranding in een motor. Ecobonus
Maar tegelijk onderstreept die koerswijziging dat de overheid een onbetrouwbare partner is voor wie toe is aan de aankoop van een nieuwe auto. Het beleid kan immers keren met de wind.
Voorbeeld? Het verbod om met een diesel die de Euro 4- emissienorm niet haalt Antwerpen binnen te rijden. Een verbod dat vanaf 2020 - over minder dan twee jaar dus - wordt uitgebreid naar auto’s die geen Euro 5 halen. Uitgerekend die auto’s die amper tien jaar geleden door de overheid met een ‘ecobonus’ zwaar werden gepromoot als oplossing voor de CO2-problematiek.
Dieselmotoren stoten immers haast per definitie minder CO2 uit dan benzinemotoren. Wie tien jaar geleden een diesel kocht, voelt zich nu dan ook bekocht. En terecht!
Dit is geen pleidooi voor diesel en tegen benzine. Het is een pleidooi tegen zwart-witdenken. Een genuanceerdere blik levert immers een heel ander plaatje op. Zo wil de overheid dat we nu met zijn allen op benzine gaan rijden. Maar met een benzinemotor stoten we net méér CO2 uit dan met diesel!
Bovendien is er nog geen enkele alomvattende studie uitgevoerd over het fijn stof dat uitgestoten wordt door de nieuwste generatie benzinemotoren, die - net zoals diesels - onder ontzettend hoge druk functioneren. Hoge auto
En dan is er vooral de SUV-kwestie. De Europese consument is meer dan ooit verknocht aan de SUV of crossover. Als het even kan, kopen we zo’n ‘hoge auto’, die per definitie een minder gunstige luchtweerstandscoëfficient heeft dan een lage auto als een break of berline. Met andere woorden: een SUV ondervindt meer weerwerk van de luchtstroom waar hij doorrijdt en verbruikt dus altijd meer. Een wetmatigheid die meer afstraft als je op benzine rijdt. 4 liter bespaard
Proef op de som met de nieuwe Jaguar E-Pace. Ik reed met de turbodiesel van 240 pk maar ook met de benzinemotor van 300 pk. De diesel tekende een reëel verbruik van 7,5 liter op, dat 21 procent hoger lag dan de norm (6,2 liter). Met de benzinemotor verbruikte ik 11,5 liter, of 49 procent meer dan de norm (7,7 liter). En dat is ook perfect normaal.
Niet alleen omdat diesel altijd zuiniger blijft dan benzine, ook omdat SUV’s zowel dynamisch als technisch beter uit de hoek komen met een dieselmotor. Dat ondervonden we nog maar eens met deze E-Pace, die bevestigde wat ik al had ondervonden bij andere modellen.
En dan is die E-Pace nog een kleine SUV. Lees: hoe groter je SUV, hoe scherper het gevoel dat een turbodiesel qua rijdynamiek de beste keuze is. En hoe groter het meerverbruik van de benzinemotor.
Om het nog even samen te vatten: de tweeliter diesel zit als gegoten in de E-Pace, veel meer dan zijn benzinedrinkende broer. Jaguar E-Pace 2.0D 240 pk 4x4 Automaat
Mooi maar fors prijskaartje
Wat is dit?
Na de grotere F-Pace de tweede SUV in het gamma van Jaguar. Een model dat in de klasse van de premiumauto’s moet gaan concurreren met auto’s als de Audi Q3, BMW X1 of Mercedes GLA. Wat zit goed?
Twee grote troeven. Een: de vormgeving. De E-Pace is echt een heel mooie SUV. Mag je overal mee komen. Oké, over kleuren en smaken... Maar toch, weinig blikken die hem niet volgden tijdens onze test. Hij oogt heel dynamisch. De designers hebben dan ook een paar trekjes overgenomen van de F-Type, die lage sportwagen van Jaguar. Twee: de rijdynamiek. Deze kleine SUV rijdt echt bijzonder aangenaam. Zeer zeker met de turbodiesel in het vooronder, die ik veel meer kon smaken dan de benzinemotor. Het geheel voelde gewoon veel homogener aan met de diesel. En hoewel de E-Pace heel vlak op het asfalt blijft liggen als je wat snel in de bocht gaat - typisch voor sportief afgestelde auto’s -, voelt hij minder hard aan dan zijn grote broer F-Pace. Lees: deze kleine is iets comfortabeler. Wat kan beter?
De prijs. Als je er wat opties bij kiest, dan gaat het prijskaartje toch wel wegen voor wat tenslotte een ‘kleine’ SUV blijft. Om maar te zeggen: je moet geen moeite doen om 50.000 euro uit te geven. De goedkoopste versie, met tweewielaandrijving en zonder opties, kost 36.000 euro. Dat is beduidend meer dan de instapprijs van de concurrenten: de Q3 kan al vanaf 29.900 euro, de X1 vanaf 30.600 euro en de GLA vanaf 27.950 euro. Slotsom?
Een auto die niet alleen emotioneel prikkelt, want er goed uitziet en tenslotte het embleem van Jaguar draagt, maar ook onderweg bijzonder aangenaam aanvoelt. Qua instapprijs laat hij zich kloppen door de concurrentie, maar qua rijdynamiek schat ik hem hoger in. De motorenkeuze is wel kleiner dan bij de concurrentie: alleen een tweeliter diesel (150, 180 of 240 pk) en een turbobenzine (250 of 300 pk). Geen kleine motoren hier.
ZO IS EEN SUV OP BENZINE EEN ONLOGISCHE COMBINATIE
De Belg durft geen diesel meer te kopen. Dat werd wel duidelijk op het jongste Autosalon. Maar voor een SUV, het autotype dat nu zo populair is, is een dieselmotor veel beter, zo bleek nog maar eens uit mijn test van de Jaguar E-Pace. Zou onze overheid de dieselmotor dan te vroeg verketterd hebben?
Bij een Koreaans automerk klonk het zo: “We verkopen veel meer benzinewagens dan diesels. Het lijkt alsof de mensen bang zijn om nog een turbodiesel te kopen.”
Er heerst in dit land zoiets als ‘diesel-angst’. Je zou dan ook voor minder bang zijn om nog een diesel te kopen. De overheid voert al maanden campagne tegen diesel als brandstof voor personenwagens na het schandaal rond de auto’s van de Volkswagen-groep, dat in september 2015 losbarstte. Positief aan de hele heisa is dat er eindelijk naar meer dan de CO2-uitstoot van auto’s wordt gekeken. Het besef groeit dat er ook problemen zijn met fijn stof of NOx, een restproduct van de verbranding in een motor. Ecobonus
Maar tegelijk onderstreept die koerswijziging dat de overheid een onbetrouwbare partner is voor wie toe is aan de aankoop van een nieuwe auto. Het beleid kan immers keren met de wind.
Voorbeeld? Het verbod om met een diesel die de Euro 4- emissienorm niet haalt Antwerpen binnen te rijden. Een verbod dat vanaf 2020 - over minder dan twee jaar dus - wordt uitgebreid naar auto’s die geen Euro 5 halen. Uitgerekend die auto’s die amper tien jaar geleden door de overheid met een ‘ecobonus’ zwaar werden gepromoot als oplossing voor de CO2-problematiek.
Dieselmotoren stoten immers haast per definitie minder CO2 uit dan benzinemotoren. Wie tien jaar geleden een diesel kocht, voelt zich nu dan ook bekocht. En terecht!
Dit is geen pleidooi voor diesel en tegen benzine. Het is een pleidooi tegen zwart-witdenken. Een genuanceerdere blik levert immers een heel ander plaatje op. Zo wil de overheid dat we nu met zijn allen op benzine gaan rijden. Maar met een benzinemotor stoten we net méér CO2 uit dan met diesel!
Bovendien is er nog geen enkele alomvattende studie uitgevoerd over het fijn stof dat uitgestoten wordt door de nieuwste generatie benzinemotoren, die - net zoals diesels - onder ontzettend hoge druk functioneren. Hoge auto
En dan is er vooral de SUV-kwestie. De Europese consument is meer dan ooit verknocht aan de SUV of crossover. Als het even kan, kopen we zo’n ‘hoge auto’, die per definitie een minder gunstige luchtweerstandscoëfficient heeft dan een lage auto als een break of berline. Met andere woorden: een SUV ondervindt meer weerwerk van de luchtstroom waar hij doorrijdt en verbruikt dus altijd meer. Een wetmatigheid die meer afstraft als je op benzine rijdt. 4 liter bespaard
Proef op de som met de nieuwe Jaguar E-Pace. Ik reed met de turbodiesel van 240 pk maar ook met de benzinemotor van 300 pk. De diesel tekende een reëel verbruik van 7,5 liter op, dat 21 procent hoger lag dan de norm (6,2 liter). Met de benzinemotor verbruikte ik 11,5 liter, of 49 procent meer dan de norm (7,7 liter). En dat is ook perfect normaal.
Niet alleen omdat diesel altijd zuiniger blijft dan benzine, ook omdat SUV’s zowel dynamisch als technisch beter uit de hoek komen met een dieselmotor. Dat ondervonden we nog maar eens met deze E-Pace, die bevestigde wat ik al had ondervonden bij andere modellen.
En dan is die E-Pace nog een kleine SUV. Lees: hoe groter je SUV, hoe scherper het gevoel dat een turbodiesel qua rijdynamiek de beste keuze is. En hoe groter het meerverbruik van de benzinemotor.
Om het nog even samen te vatten: de tweeliter diesel zit als gegoten in de E-Pace, veel meer dan zijn benzinedrinkende broer. Jaguar E-Pace 2.0D 240 pk 4x4 Automaat
Mooi maar fors prijskaartje
Wat is dit?
Na de grotere F-Pace de tweede SUV in het gamma van Jaguar. Een model dat in de klasse van de premiumauto’s moet gaan concurreren met auto’s als de Audi Q3, BMW X1 of Mercedes GLA. Wat zit goed?
Twee grote troeven. Een: de vormgeving. De E-Pace is echt een heel mooie SUV. Mag je overal mee komen. Oké, over kleuren en smaken... Maar toch, weinig blikken die hem niet volgden tijdens onze test. Hij oogt heel dynamisch. De designers hebben dan ook een paar trekjes overgenomen van de F-Type, die lage sportwagen van Jaguar. Twee: de rijdynamiek. Deze kleine SUV rijdt echt bijzonder aangenaam. Zeer zeker met de turbodiesel in het vooronder, die ik veel meer kon smaken dan de benzinemotor. Het geheel voelde gewoon veel homogener aan met de diesel. En hoewel de E-Pace heel vlak op het asfalt blijft liggen als je wat snel in de bocht gaat - typisch voor sportief afgestelde auto’s -, voelt hij minder hard aan dan zijn grote broer F-Pace. Lees: deze kleine is iets comfortabeler. Wat kan beter?
De prijs. Als je er wat opties bij kiest, dan gaat het prijskaartje toch wel wegen voor wat tenslotte een ‘kleine’ SUV blijft. Om maar te zeggen: je moet geen moeite doen om 50.000 euro uit te geven. De goedkoopste versie, met tweewielaandrijving en zonder opties, kost 36.000 euro. Dat is beduidend meer dan de instapprijs van de concurrenten: de Q3 kan al vanaf 29.900 euro, de X1 vanaf 30.600 euro en de GLA vanaf 27.950 euro. Slotsom?
Een auto die niet alleen emotioneel prikkelt, want er goed uitziet en tenslotte het embleem van Jaguar draagt, maar ook onderweg bijzonder aangenaam aanvoelt. Qua instapprijs laat hij zich kloppen door de concurrentie, maar qua rijdynamiek schat ik hem hoger in. De motorenkeuze is wel kleiner dan bij de concurrentie: alleen een tweeliter diesel (150, 180 of 240 pk) en een turbobenzine (250 of 300 pk). Geen kleine motoren hier.
Comment