Mercedes-Benz W198 (300SL)
Mercedes-biograaf Karl Ludvigsen noemt hem de tegenhanger van Emil Jellinek: Max Hoffman, sinds september 1952 officiele Daimler-Benz invoerder in de Verenigde Staten, is Oostenrijker, net als Jelinek, en net als hem gaf hij de aanleiding tot een nieuw model, welliswaar een halve eeuw nadien. De zakenman was zo hard onder de indruk van de successen en vorm van de 300SL uit 1952, dat hij het Mercedes management in Stuttgart overtuigde dat een gelijkaardige wagen voor de openbare weg hetgeen was wat de Amerikaanse markt zou kunnen openen voor Mercedes-Benz. En om dat statement te onderlijnen bestelde hij meteen 1000 exemplaren.
Op 6 februari 1954 werd op de International Motor Sports Show in New York de charismatische 300SL voorgesteld aan een ongeduldige pers en een breed publiek. Wat niet te verloochenen viel was zijn verwantschap met de race-SL. Men had immers, net als bij zijn voorbeeld van de nood een deugd gemaakt. De buitenste steunbalken van het gigantische spaceframe, stonden zo hoog boven het wegdek dat een normale instap niet mogelijk was. En net als bij de racewagen waren de ‘gullwings’ de oplossing voor het probleem. En ook de motor is naar links gekanteld om het front laag en gestroomlijnd te kunnen houden.
Gek genoeg is de seriemotor 40pk sterker dan die van de racewagen. Dit kwam omdat, voor het eerst in de geschiedenis van ‘Das Haus’ een hogedruk benzine inspuitsysteem gemonteerd werd. Dit was ontwikkeld door het latere hoofd ontwikkeling Dr. Hans Scherenberg. De ophanging was hetzelfde als dat van het Type 300, zonder bijkomende veren en met een sportievere afstelling. Maar door de twee-gewrichts-pendelas, met zijn constant veranderende spoorbreedte en wielvlucht, was het niet simpel de wagen onder controle te houden als men hem tot de limiet dreef. Tussen augustus 1954 en mei 1957 werden 1400 gevleugelde coupés verkocht, waarvan 29 met een aluminium en eentje met een kunststof carrosserie.
Reeds in de zomer van 1956 werd door journalisten van het Duitse vakblad “Auto Motor und Sport� in de buurt van Stuttgart een prototype opgemerkt die enkel door de lagere langsbalken en enkel-gewrichts-pendelas van de 220 te onderscheiden viel met de normale 300SL. In oktober van datzelfde jaar werd op het Solitude-circuit bij Stuttgart de 300SL Roadster voorgesteld door de Amerikaanse autocoureur Paul O’Shea. Het officiele debuut gebeurde op het autosalon van Geneve in 1957 met het gebruikelijke mediacircus. Wederom was de bal aan het rollen gegaan door Max Hoffman die in het land van onbegrensde mogelijkheden een afzetmarkt zag voor een open versie van Mercedes’ mooiste. Toen op 8 februari 1963 de productie van de Roadster stilgelegd werd, waren er 1858 stuks geproduceerd en verkocht tegen een prijs van 32 500 Mark.
Belangrijke momenten in het leven van de 300SL:
Technische gegevens:
Jaar: 1954-1957 (Coupé) 1957-1963 (Roadster)
Motor: 6-in-lijn
Boring x Slag: 85 x 88 mm
Slagvolume: 2996 cc
Compressieverhouding: 8,5:1
Vermogen: 215pk bij 5800 tpm
Nokkenas: Bovenliggend
Brandstofsysteem: Mechanische Bosch-Injectie
Elektrisch systeem: 12V, 56 Ah
Smeersysteem: Dry Sump
Versnellingsbak: 4 + Achteruit
Koppeling: Enkele droge plaat
Frame: Stalen buizenframe
L x B x H: 4520 x 1790 x 1300mm (Coupé) 4570 x 1790 x 1300mm (Roadster)
Wielbasis: 2400mm
Spoorbreedte (Voor-Achter): 1385-1435mm (Coupé) 1398-1448 (Roadster)
Banden: 6,5 x 15 Racing
Leeggewicht: 1310kg (Coupé), 1420kg (Roasdster), 40kg (Hardtop)
Topsnelheid: 220-260kmh (afhankelijk van versnellingsbakverhoudingen)
Eindoverbrenging: Keuze tussen 1:3,64; 1:3,25; 1:3,42; 1:3,89; 1:4,11
Mercedes-biograaf Karl Ludvigsen noemt hem de tegenhanger van Emil Jellinek: Max Hoffman, sinds september 1952 officiele Daimler-Benz invoerder in de Verenigde Staten, is Oostenrijker, net als Jelinek, en net als hem gaf hij de aanleiding tot een nieuw model, welliswaar een halve eeuw nadien. De zakenman was zo hard onder de indruk van de successen en vorm van de 300SL uit 1952, dat hij het Mercedes management in Stuttgart overtuigde dat een gelijkaardige wagen voor de openbare weg hetgeen was wat de Amerikaanse markt zou kunnen openen voor Mercedes-Benz. En om dat statement te onderlijnen bestelde hij meteen 1000 exemplaren.
Op 6 februari 1954 werd op de International Motor Sports Show in New York de charismatische 300SL voorgesteld aan een ongeduldige pers en een breed publiek. Wat niet te verloochenen viel was zijn verwantschap met de race-SL. Men had immers, net als bij zijn voorbeeld van de nood een deugd gemaakt. De buitenste steunbalken van het gigantische spaceframe, stonden zo hoog boven het wegdek dat een normale instap niet mogelijk was. En net als bij de racewagen waren de ‘gullwings’ de oplossing voor het probleem. En ook de motor is naar links gekanteld om het front laag en gestroomlijnd te kunnen houden.
Gek genoeg is de seriemotor 40pk sterker dan die van de racewagen. Dit kwam omdat, voor het eerst in de geschiedenis van ‘Das Haus’ een hogedruk benzine inspuitsysteem gemonteerd werd. Dit was ontwikkeld door het latere hoofd ontwikkeling Dr. Hans Scherenberg. De ophanging was hetzelfde als dat van het Type 300, zonder bijkomende veren en met een sportievere afstelling. Maar door de twee-gewrichts-pendelas, met zijn constant veranderende spoorbreedte en wielvlucht, was het niet simpel de wagen onder controle te houden als men hem tot de limiet dreef. Tussen augustus 1954 en mei 1957 werden 1400 gevleugelde coupés verkocht, waarvan 29 met een aluminium en eentje met een kunststof carrosserie.
Reeds in de zomer van 1956 werd door journalisten van het Duitse vakblad “Auto Motor und Sport� in de buurt van Stuttgart een prototype opgemerkt die enkel door de lagere langsbalken en enkel-gewrichts-pendelas van de 220 te onderscheiden viel met de normale 300SL. In oktober van datzelfde jaar werd op het Solitude-circuit bij Stuttgart de 300SL Roadster voorgesteld door de Amerikaanse autocoureur Paul O’Shea. Het officiele debuut gebeurde op het autosalon van Geneve in 1957 met het gebruikelijke mediacircus. Wederom was de bal aan het rollen gegaan door Max Hoffman die in het land van onbegrensde mogelijkheden een afzetmarkt zag voor een open versie van Mercedes’ mooiste. Toen op 8 februari 1963 de productie van de Roadster stilgelegd werd, waren er 1858 stuks geproduceerd en verkocht tegen een prijs van 32 500 Mark.
Belangrijke momenten in het leven van de 300SL:
- Oktober 1958: Met het oog op een nakende winter, kan men, tegen meerprijs van 1500 Mark, een afneembaar coupedak bestellen.
- Maart 1961: De reeds zeer efficiente trommelremmen uit aluminium met een gietijzeren laag werden vervangen door Dunlop remschijven.
- Maart 1962: Aangepaste motor met aluminium Motorblok.
Technische gegevens:
Jaar: 1954-1957 (Coupé) 1957-1963 (Roadster)
Motor: 6-in-lijn
Boring x Slag: 85 x 88 mm
Slagvolume: 2996 cc
Compressieverhouding: 8,5:1
Vermogen: 215pk bij 5800 tpm
Nokkenas: Bovenliggend
Brandstofsysteem: Mechanische Bosch-Injectie
Elektrisch systeem: 12V, 56 Ah
Smeersysteem: Dry Sump
Versnellingsbak: 4 + Achteruit
Koppeling: Enkele droge plaat
Frame: Stalen buizenframe
L x B x H: 4520 x 1790 x 1300mm (Coupé) 4570 x 1790 x 1300mm (Roadster)
Wielbasis: 2400mm
Spoorbreedte (Voor-Achter): 1385-1435mm (Coupé) 1398-1448 (Roadster)
Banden: 6,5 x 15 Racing
Leeggewicht: 1310kg (Coupé), 1420kg (Roasdster), 40kg (Hardtop)
Topsnelheid: 220-260kmh (afhankelijk van versnellingsbakverhoudingen)
Eindoverbrenging: Keuze tussen 1:3,64; 1:3,25; 1:3,42; 1:3,89; 1:4,11
Comment