Mededeling
Collapse
No announcement yet.
Oldtimers, varia, foto's,...
Collapse
X
-
ZEVEN KLEINTJES ZONDER DAK: DAT WAS IN DE JAREN 80 HEEL GEWOON
In de jaren 80 werd de kleine cabriolet populair. Volumemerken onthoofdden hun kleinste hatchbacks, vaak ook hun compacte middenklassers. De Volkswagen Golf Cabriolet en de Talbot Samba waren er vroeg bij bijvoorbeeld. Deze zeven zonder dak ken je vast nog wel.
Ford Escort Cabriolet (1983)
De Duitse carrosseriebouwer Karmann zet voor Ford de open Escort in elkaar. Aanvankelijk is de Escort cabriolet alleen leverbaar als sportief uitgevoerde XR3i of luxe Ghia, later verschijnen er ook bescheidenere versies waaronder een simpele 1.3.
Fiat Ritmo Cabrio (1981)
De Ritmo Cabrio staat slechts één jaar als Fiat in de showroom. Bertone assembleert hem en na de facelift in 1982 gaat hij verder door het leven als Bertone Ritmo Cabrio. Dat klinkt toch iets exclusiever.
Volkswagen Golf Cabriolet (1979)
Na 330.281 Kever Cabriolets gaat Karmann in 1979 verder met de Golf Cabriolet, liefkozend het ‘aardbeienmandje’ genoemd. Met succes; wanneer in 1993 de laatste Golf I Cabrio van de band loopt, staat de teller op 389.000.
Talbot Samba (1982)
De cabriolet van de op de Peugeot 104 gebaseerde Talbot Samba komt bij Pininfarina vandaan. Wanneer de Samba verdwijnt (en kort daarna het hele merk Talbot) neemt de Peugeot 205 Cabriolet diens plek in.
Renault Alliance Convertible (1985)
Deze zag je vermoedelijk nog nooit. Voor de VS en Canada bouwt AMC in Wisconsin de Renault 9 als de Renault Alliance. De Convertible is een ontwerp van de American Sunroof Company, het bedrijf dat ook voor Saab de eerste 900 Cabrio ontwikkelde.
Opel Kadett Cabriolet (1987)
Tussen juli 1977 en juni 1978 bouwt Opel de Kadett Aero, een cabriolimousine met targadak. Daarop komt pas in 1987 een vervolg wanneer Bertone voor Opel de Kadett E onthoofdt. Na de zomer van 1991 vervalt de modelnaam Kadett en gaat hij voortaan door het leven als Opel Cabrio.
Peugeot 205 Cabriolet (1987)
Peugeot keurt begin jaren 80 een Pininfarina-ontwerp voor de 205 af ten faveure van een ontwerp van de eigen designafdeling. Het Italiaanse designhuis is daarna wel verantwoordelijk voor de open variant, zowel voor het ontwerp als voor de assemblage.
Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.
2018 - Mercedes A200 (163 pk) AMG-line in Iridium Zilver
Comment
-
Comment
-
OOK TYPISCH TACHTIG: COMPACTE CABRIO'S, KLAPKOPLAMPEN, MPV'S EN DIGITALE DASHBOARDS
Naast de vele technologische doorbraken zagen we in de jaren 80 ook andere trends ontstaan. Zo kwam de volumineuze MPV, die met zijn hoogte, ruimte en extra zitplaatsen de ultieme gezinsauto werd. Als tegenhanger van al die functionaliteit rukte de compacte cabriolet op: funversies van verstandige huis-tuin-en-keukenmodellen. En wat te denken van al die leuke modelletjes met klapkoplampen uit Japan?
Volume, vrijheid, blijheid!
Compacte Cabriolets
Wie in de jaren 80 zocht naar open autoplezier waande zich meer en meer in een cabriowalhalla, zeker vanaf de tweede helft van de jaren 90. De grote merken zetten de zaag in hun hatchbacks waarmee ze het decennium ervoor of aan het begin van het nieuwe decennium de markt bestormden. Vaak waren het de compacte middenklassers, maar ook bij de kleinste hatchbacks maakte het vaste dak plaats voor een canvas top. Wie waren er vroeg bij? Volkswagen en Talbot, die met respectievelijk de Golf Cabriolet en de Talbot Samba Cabriolet de nieuwe trend inluidden: die van betaalbare cabriolets.
Ford volgde met de Escort Cabriolet, die in 1986 kwam. Peugeot bracht een jaar later een cabrioversie van de 205 en Opel deed het met de laatste generatie Kadett. Overigens had dat merk in de jaren 70 al een C-Kadett Aero, maar een volwaardige cabriolet was dat niet. Kenmerkend voor al die compacte cabriolets was de rolbeugel om de verminderde stijfheid en de veiligheid te compenseren. De eerste Golf Cabriolet had dan ook de bijnaam ‘aardbeienmandje’. Zat je favoriete merk er niet bij? Dan kon je je toevlucht nemen tot talloze carrosseriebedrijven die cabriolets maakten van modellen die af fabriek niet als zodanig leverbaar waren. Zodoende zag je ook open varianten van de Renault 5 en de klassieke Mini. De trend zou nog zo’n twintig jaar voortduren.
In de jaren 90 nam het aanbod cabriolets alleen maar toe, en in de jaren nul zouden al die open versies zelfs worden opgevolgd door heuse coupé-cabriolets, met een stalen klapdak. Waren die dan zoveel mooier dan al die zogenaamde aardbeienmandjes van de jaren 80? Mwah, we kunnen ons enorme bilpartijen herinneren, bijvoorbeeld van de Ford Focus CC en van de Peugeots 307 CC en 308 CC. Eigenlijk zijn er in al die jaren maar zelden mooie compacte cabriolets geweest; feitelijk mocht alleen de Peugeot 306 Cabriolet er zijn. Een tentje op een auto ... Eigenlijk is dat alleen mooi bij ranke roadsters of grotere cabriolets.
Tweedeurs sedan eruit
Nieuwe trends kwamen, oude fenomenen zagen we verdwijnen. Zo was de tweedeurs sedan in de jaren 80 een uitstervende soort. De Duitse merken leken nog het langst vast te houden aan de traditionele carrosserievorm die je nog steeds met slechts twee portieren kon bestellen, terwijl vier deuren steeds gangbaarder werden. Laten we de BMW 3-serie als voorbeeld nemen. De eerste generatie, die in 1975 kwam, was er zelfs alleen als tweedeurs. Diens opvolger werd in 1982 als tweedeurs gepresenteerd, maar al snel kreeg hij gezelschap van de vierdeurs 3-serie. Bij de opvolger van de E30, de E36, presenteerde BMW in 1990 de 3-serie eerst alleen als vierdeurs, de Coupé werd een aparte carrosserievorm. Een tweedeurs sedan, dat was bij het aanbreken van het laatste decennium namelijk echt wel passé. Nog zo’n voorbeeld: de Opel Ascona was er altijd als tweedeurs sedan geweest. Toen de laatste generatie in 1988 werd opgevolgd door de Vectra was zo’n carrosserievariant er niet meer in de middenklasse. Opel had zelfs van de grotere Rekord een tweedeurs in de prijslijst staan, maar bij de facelift van 1984 verdween die versie. Voor de kleinste tweedeurs sedan van het merk, de Opel Corsa TR, viel echter pas in 1990 het doek. Volkswagen hield het iets langer vol. Dat had de Jetta als tweedeurs in de prijslijst tot en met 1991, toen de Polo sedan ook maar werd geschrapt. De sedan met twee deuren, missen we hem?
MPV’s komen eraan
Dé trend van de jaren 90 op carrosseriegebied? De hoge auto, de MPV! De Chrysler Voyager en Renault Espace strijden om de eer welke de eerste was, maar dat is niet helemaal terecht. Nissan had in 1982 al de Prairie bedacht en Honda liep zoals wel vaker op de troepen vooruit en had de Civic Shuttle in het gamma. Jawel, een MPV met een compacte hatchback als basis. En dat al in 1983, terwijl Renault pas in 1996 met een Mégane Scénic kwam en daarmee zorgde voor een doorbraak van de ruimtewagen op basis van een compacte middenklasser. Toch gaat de eer naar Honda, dat dus veel eerder was, maar zoals wel vaker niet uitblonk in marketing, of vooral weer eens te vroeg was met een nieuw concept. De meeste MPV’s van de jaren 80 waren dan ook nog echte personenbusjes: groot, hoog en breed. Lomp ook, al kan dat dan weer niet worden gezegd van de Espace. Grote afwezigen waren Ford en Volkswagen, en PSA had evenmin een antwoord op de Renault. De eerste twee vonden elkaar met de Galaxy, de Sharan en de Seat-versie Alhambra. Fiat en Lancia ontwikkelden samen met Peugeot en Citroën een grote familiebus, maar allemaal waren ze te laat, want ze hadden die natuurlijk al in de jaren 80 moeten hebben.
Klapkoplampcoupés en -hatchbacks
Sportauto’s met klapkoplampen waren het helemaal in de jaren 80. Het mooie was dat de scherp gesneden neusjes van uiterst sportieve bolides, die bij gedoofde lichten zo glad als een aal door de rijwind kliefden, voor een steeds groter publiek bereikbaar werden. Exotische Ferrari’s hadden ze al in de jaren 70, en denk ook aan de Lotus Esprit. In de jaren 80 kregen ook volksere types klapkoplampen. Vooral de fabrikanten uit Japan kwamen ermee aanzetten. Denk aan de Honda Prelude, die bij ons vooral bekend werd door het optreden in Bassie & Adriaan. Of aan de Nissan Silvia, de Toyota Celica van 1987, ja, bijna elk Japans merk had wel zo’n betaalbare sportauto in het gamma. Vaak waren die ook nog eens voorzien van super moderne technologie, zoals multikleps motoren en in sommige gevallen zelfs vierwielsturing. Dat in tegenstelling tot de Capri’s en Manta’s, die al op hun laatste benen liepen en met stokoude motoren nog tot respectievelijk 1986 en 1989 mee moesten. Wat deelden die Japanse merken klappen uit in de jaren 80! Ook het vermelden waard: zelfs Volvo kwam met klapkoplampen, het tooide de Volvo 480 ermee! Eigenlijk was dat een soort hatchback met de neus van een sportwagen, en dat zagen we later nog een keer, toen Mazda in 1989 de 323F voorstelde, een vijfdeurs hatchback met ‘sportwagenneus’.
Digitale dashboards
Met een digitaal dashboard was je het mannetje in de jaren 80. Toen was digitaal het toverwoord om hip voor de dag te kunnen komen. Digitale horloges, digitale wekkerradio’s en al die cijfers bestaande uit streepjes kwamen ook nog eens steeds vaker op ons af in de auto’s van die tijd. Zoals wel vaker begon ook die trend bij topversies en druppelde die door naar lagere segmenten. Daarover gesproken: Renault met de 11 TXE en Citroën met de BX DIGIT maakten het mogelijk dat de vrij gewone man indruk kon maken op zijn medepassagiers. De Aston Martin Lagonda lukte dat al in de jaren 70, maar dat was zo’n exoot. Hetzelfde gold eigenlijk ook wel voor de Audi Quattro. Kadett GSi-rijders hadden echter ook zo’n druk en hip instrumentarium en natuurlijk bood Volkswagen de zogenaamde ‘Mausekino’ (muizenbioscoop) ook aan op de Golf GTI, maar dan wel als optie. Fiat dacht net als Renault en Citroën: zoiets fraais hoef je echt niet te koppelen aan sportieve topversies. De Tipo die in 1988 kwam, had je ook met digitaal dashboard.
Een "echte" autoliefhebber is voor mij iemand die alle soorten wagens kan waarderen.
2018 - Mercedes A200 (163 pk) AMG-line in Iridium Zilver
Comment
-
Comment
Comment