RENAULT SCÉNIC VISION: KLAAR VOOR 2024
VOORBODE VANBUITEN, TOEKOMSTMUZIEK VANBINNEN
De Renault Mégane E-Tech Electric staat niet op zichzelf, maar is de eerste auto van een hele reeks elektrische auto’s op het CMF-EV-platform van Renault. Deze Renault Scénic Vision is een voorbode van een van die auto’s, maar veel meer dan dat.
De Renault Scénic dood? Niet dus! De naam leeft vanaf 2024 voort in een elektrisch model, dat aan de buitenkant als twee druppels water zal lijken op de Scénic Vision die boven dit verhaal prijkt. Het is dan dus geen MPV meer, maar een cross-over achtige die het moet opnemen tegen auto’s als de Volkswagen ID4, Skoda Enyaq, Kia EV6 en Hyundai Ioniq 5. De productie-auto bestaat al en diende als basis voor het ontwerpen van deze concept-car. Wie de bizarre wielen wegdenkt en iets normalere lichtunits visualiseert, ziet dus gewoon de auto die in 2024 verschijnt.
Minder Sensual, meer Tech
Dat brengt op designvlak een aantal interessante zaken met zich mee. Renault laat zijn ‘Sensual Tech’-designtaal namelijk evolueren. Het resultaat zou je kunnen omschrijven als ‘minder Sensual, meer Tech’, want de ronde, ‘sensuele’ vormen van bijvoorbeeld de Mégane E-Tech en de Austral zijn verdwenen. In plaats daarvan zien we meer platte vlakken en scherpe vouwen. Ook op detailniveau vindt er een kleine aardverschuiving plaats. De opvallende dagrijlicht-slierten zijn bijvoorbeeld verdwenen en het logo is een stuk kleiner. De koplampen zijn nu net als bij steeds meer andere merken opgesplitst in twee units per kant, een horizontaal en een min of meer verticaal exemplaar. Dat is ook daadwerkelijk wat we op de productieversie van de Scénic E-Tech Electric zullen zien, gevolgd door andere modellen van Renault. Opvallend is dat er onder en ín de bovenste koplampbalk een soort honingraatmotief is aangebracht als grille-achtige opvulling. De wielen mogen er ook zijn. Ze zijn van het actieve soort en hebben kleppen die onder de 10 km/h kunnen openen om de remmen te koelen. Daarboven sluiten ze weer, om de stroomlijn te optimaliseren.
Niet autonoom
De Scénic Vision is 4,49 meter lang, 1,9 meter breed en 1,59 meter hoog en heeft een wielbasis van 2,84 meter. Daarmee is hij wat langer dan de huidige vijfzitsversie van de Scénic, maar flink korter dan de grotere Grand Scénic. Eigenlijk is dat echter een vreemde vergelijking, want behalve de naam is er dus niet zo heel veel ‘Scénic’ aan deze auto. In het interieur vinden we dan ook weinig MPV-achtige flexibiliteit terug, maar des te meer 2022-achtige lounge-oplossingen. Uit elkaar openende deuren zonder B-stijl, zachte en fraai in elkaar geïntegreerde ‘stoelen’, een vlakke vloer en een ruimtelijke sfeer, we vinken het allemaal af. Voor de duidelijkheid: zo realistisch als de buitenkant is het interieur bepaald niet. Renault trekt de twee duidelijk uit elkaar en stelt dat het interieur meer een verre toekomstvisie is, net als de aandrijflijn overigens.
Omgekeerd head-up
Autonoom is de Scénic Vision alvast niet. Het stuurtje kan dan ook niet wegklappen en de veiligheids- en rijhulpjes die er (in theorie) zijn, staan allemaal in het teken van het ondersteunen van de bestuurder. Een mooi voorbeeld is het scherm direct onder de voorruit, dat behalve de nodige informatie ook een beeld geeft van wat zich op die plek vóór de auto bevindt. Je kijkt als bestuurder dus als het ware door de motorkap heen. Dit scherm is daarmee in feite een omgekeerd head-up display, dat de voorruit optisch vergroot.
Duurzaam zwart
De andere schermen in het interieur zijn juist opvallend klein en totaal niet geïntegreerd. In totaal zijn er tien kleine, vierkante schermpjes in het interieur te vinden, waarvan een deel zich automatisch kan richten tot wie de ogen erop richt. De gebruikte kleuren en materialen zijn een verhaal apart. De Scénic Vision moest namelijk niet alleen duurzaam zijn tijdens het gebruik, maar over de gehele levenscyclus. Daarom zijn er zoveel mogelijk gerecyclede materialen gebruikt. Renault heeft weinig moeite gedaan om dat te verhullen. Wat heet: op de vloer staat gewoon uitgeschreven wat voor flessen en pijpen erin zijn verwerkt. De vlekkerige kleurstelling zou ook het gevolg zijn van het recyclen, want verf gebruikt Renault om milieutechnische redenen liever niet. De witte tinten in het binnenste zouden dan ook gewoon de natuurlijke kleuren van de gebruikte materialen zijn. De zwarte lak aan de buitenzijde past in het plaatje en is gebaseerd op koolstofvezels uit afval van de luchtvaartindustrie. De meest duurzame ‘kleur’ is in dit geval dus zwart.
Batterij én waterstof
Ook de aandrijflijn weerspiegelt deze filosofie. Renault monteert een accu van slechts 40 kWh, grofweg de helft van wat in dit segment gebruikelijk is. Minder accu is minder grondstoffen en dus minder milieubelasting. Wat de auto hierdoor mist aan rijbereik – hij komt op een volle accu ongeveer 250 kilometer ver – wordt aangevuld met een brandstofcel van 15 kW. Op 2,5 kg waterstof komt de auto nog eens 250 km ver, voor een totale actieradius van zo’n 500 km. Het idee lijkt best slim. Waterstof tanken is in de dagelijkse (werk)praktijk niet altijd handig, maar opladen verdient bij lange ritten juist niet de voorkeur. Met deze aandrijflijn heb je het in theorie allebei, al betekent dat wel dat er elke 250 km een waterstofstation moet staan. Voorlopig is dat nog niet zo en Renault heeft ook geen productieplannen met deze aandrijflijn. Wel laat het zien dat het waterstof nog zeker niet heeft afgeschreven en graag experimenteert met alternatieve toepassingen en -aandrijflijnen.
Ariya
Voor de productieversie verwachten we voorlopig ‘gewoon’ batterij-elektrische aandrijving. Gezien het formaat van de auto is het niet gek als er op dat vlak veel overeenkomsten zijn met de Nissan Ariya. Die is er met 218, 242, 306 of 394 pk, heeft voor- of vierwielaandrijving en accupakketten van 63 of 87 kWh. Hoe het leveringsgamma van de nieuwe Renault Scénic er precies uit komt te zien, zal ongetwijfeld in 2024 blijken.
Bron: Autoweek
VOORBODE VANBUITEN, TOEKOMSTMUZIEK VANBINNEN
De Renault Mégane E-Tech Electric staat niet op zichzelf, maar is de eerste auto van een hele reeks elektrische auto’s op het CMF-EV-platform van Renault. Deze Renault Scénic Vision is een voorbode van een van die auto’s, maar veel meer dan dat.
De Renault Scénic dood? Niet dus! De naam leeft vanaf 2024 voort in een elektrisch model, dat aan de buitenkant als twee druppels water zal lijken op de Scénic Vision die boven dit verhaal prijkt. Het is dan dus geen MPV meer, maar een cross-over achtige die het moet opnemen tegen auto’s als de Volkswagen ID4, Skoda Enyaq, Kia EV6 en Hyundai Ioniq 5. De productie-auto bestaat al en diende als basis voor het ontwerpen van deze concept-car. Wie de bizarre wielen wegdenkt en iets normalere lichtunits visualiseert, ziet dus gewoon de auto die in 2024 verschijnt.
Minder Sensual, meer Tech
Dat brengt op designvlak een aantal interessante zaken met zich mee. Renault laat zijn ‘Sensual Tech’-designtaal namelijk evolueren. Het resultaat zou je kunnen omschrijven als ‘minder Sensual, meer Tech’, want de ronde, ‘sensuele’ vormen van bijvoorbeeld de Mégane E-Tech en de Austral zijn verdwenen. In plaats daarvan zien we meer platte vlakken en scherpe vouwen. Ook op detailniveau vindt er een kleine aardverschuiving plaats. De opvallende dagrijlicht-slierten zijn bijvoorbeeld verdwenen en het logo is een stuk kleiner. De koplampen zijn nu net als bij steeds meer andere merken opgesplitst in twee units per kant, een horizontaal en een min of meer verticaal exemplaar. Dat is ook daadwerkelijk wat we op de productieversie van de Scénic E-Tech Electric zullen zien, gevolgd door andere modellen van Renault. Opvallend is dat er onder en ín de bovenste koplampbalk een soort honingraatmotief is aangebracht als grille-achtige opvulling. De wielen mogen er ook zijn. Ze zijn van het actieve soort en hebben kleppen die onder de 10 km/h kunnen openen om de remmen te koelen. Daarboven sluiten ze weer, om de stroomlijn te optimaliseren.
Niet autonoom
De Scénic Vision is 4,49 meter lang, 1,9 meter breed en 1,59 meter hoog en heeft een wielbasis van 2,84 meter. Daarmee is hij wat langer dan de huidige vijfzitsversie van de Scénic, maar flink korter dan de grotere Grand Scénic. Eigenlijk is dat echter een vreemde vergelijking, want behalve de naam is er dus niet zo heel veel ‘Scénic’ aan deze auto. In het interieur vinden we dan ook weinig MPV-achtige flexibiliteit terug, maar des te meer 2022-achtige lounge-oplossingen. Uit elkaar openende deuren zonder B-stijl, zachte en fraai in elkaar geïntegreerde ‘stoelen’, een vlakke vloer en een ruimtelijke sfeer, we vinken het allemaal af. Voor de duidelijkheid: zo realistisch als de buitenkant is het interieur bepaald niet. Renault trekt de twee duidelijk uit elkaar en stelt dat het interieur meer een verre toekomstvisie is, net als de aandrijflijn overigens.
Omgekeerd head-up
Autonoom is de Scénic Vision alvast niet. Het stuurtje kan dan ook niet wegklappen en de veiligheids- en rijhulpjes die er (in theorie) zijn, staan allemaal in het teken van het ondersteunen van de bestuurder. Een mooi voorbeeld is het scherm direct onder de voorruit, dat behalve de nodige informatie ook een beeld geeft van wat zich op die plek vóór de auto bevindt. Je kijkt als bestuurder dus als het ware door de motorkap heen. Dit scherm is daarmee in feite een omgekeerd head-up display, dat de voorruit optisch vergroot.
Duurzaam zwart
De andere schermen in het interieur zijn juist opvallend klein en totaal niet geïntegreerd. In totaal zijn er tien kleine, vierkante schermpjes in het interieur te vinden, waarvan een deel zich automatisch kan richten tot wie de ogen erop richt. De gebruikte kleuren en materialen zijn een verhaal apart. De Scénic Vision moest namelijk niet alleen duurzaam zijn tijdens het gebruik, maar over de gehele levenscyclus. Daarom zijn er zoveel mogelijk gerecyclede materialen gebruikt. Renault heeft weinig moeite gedaan om dat te verhullen. Wat heet: op de vloer staat gewoon uitgeschreven wat voor flessen en pijpen erin zijn verwerkt. De vlekkerige kleurstelling zou ook het gevolg zijn van het recyclen, want verf gebruikt Renault om milieutechnische redenen liever niet. De witte tinten in het binnenste zouden dan ook gewoon de natuurlijke kleuren van de gebruikte materialen zijn. De zwarte lak aan de buitenzijde past in het plaatje en is gebaseerd op koolstofvezels uit afval van de luchtvaartindustrie. De meest duurzame ‘kleur’ is in dit geval dus zwart.
Batterij én waterstof
Ook de aandrijflijn weerspiegelt deze filosofie. Renault monteert een accu van slechts 40 kWh, grofweg de helft van wat in dit segment gebruikelijk is. Minder accu is minder grondstoffen en dus minder milieubelasting. Wat de auto hierdoor mist aan rijbereik – hij komt op een volle accu ongeveer 250 kilometer ver – wordt aangevuld met een brandstofcel van 15 kW. Op 2,5 kg waterstof komt de auto nog eens 250 km ver, voor een totale actieradius van zo’n 500 km. Het idee lijkt best slim. Waterstof tanken is in de dagelijkse (werk)praktijk niet altijd handig, maar opladen verdient bij lange ritten juist niet de voorkeur. Met deze aandrijflijn heb je het in theorie allebei, al betekent dat wel dat er elke 250 km een waterstofstation moet staan. Voorlopig is dat nog niet zo en Renault heeft ook geen productieplannen met deze aandrijflijn. Wel laat het zien dat het waterstof nog zeker niet heeft afgeschreven en graag experimenteert met alternatieve toepassingen en -aandrijflijnen.
Ariya
Voor de productieversie verwachten we voorlopig ‘gewoon’ batterij-elektrische aandrijving. Gezien het formaat van de auto is het niet gek als er op dat vlak veel overeenkomsten zijn met de Nissan Ariya. Die is er met 218, 242, 306 of 394 pk, heeft voor- of vierwielaandrijving en accupakketten van 63 of 87 kWh. Hoe het leveringsgamma van de nieuwe Renault Scénic er precies uit komt te zien, zal ongetwijfeld in 2024 blijken.
Bron: Autoweek
Comment