CITROËN OLI STUDIEMODEL NAAR NIEUWE WEGEN
STUDIEMODEL, GEEN CONCEPT CAR
De Citroën Oli doet op het eerste gezicht een Frans antwoord op de Humvee vermoeden, maar niets is minder waar. De Oli is in bijna alles de tegenpool van die Amerikaanse ijzervreter. En het is vooral een testcase voor nieuwe ideeën.
Hoofdontwerper Pierre Sabas kijkt wat verschrikt wanneer ik hem uitleg wat Oli (oké, met een 'e' erachter dan) in het Nederlands betekent. "Nee, dat wist ik niet. Wij vonden Oli een samentrekking van All Electric." Ik vind het vooral klinken als het Franse 'Au lit!' (Naar bed!), maar goed, ik ben niet naar Parijs gekomen om over namen te bomen, dus we laten het er maar bij. Maar het gehakketak is nog niet voorbij, want wanneer ik Sabas vraag meer te vertellen over zijn nieuwe concept car, verbetert hij me streng: "De Citroën Oli is geen concept car, maar een studiemodel." Wat hij daarmee wil zeggen, is dat de Oli een studiereis is naar nieuwe materialen en productieprocessen, en dat alles binnen de vier kernwaarden plezier, veelzijdigheid, betaalbaarheid en duurzaamheid.
Duurzaam
Gebakken lucht-alert: de Oli moet vriendelijkheid uitstralen, waardoor hij meer wordt dan gewoon een auto, zelfs een soort vriend. Dat zou dan weer als gevolg hebben dat mensen langer wachten om hem in te ruilen voor een nieuw exemplaar en ja, dat is natuurlijk duurzaam. Verder moet hij extreem efficiënt en zuinig worden, doordat hij met zijn 40 kWh accu 400 kilometer ver komt; een verbruik van 10 kWh/100 km en dat zou natuurlijk heel knap zijn. Om dat te bereiken is de topsnelheid begrensd op een bescheiden 110 km/h. Wat dan weer bepaald niet bijdraagt aan een laag verbruik zijn de hoekige vormen, met in het bijzonder de platte, kaarsrechte voorruit. "De kortste weg van dak naar motorkap is een rechte lijn", verklaart Sabas die keuze. "Dat scheelt materiaal en is goedkoper te maken, maar je hebt ook minder lichtinval, waardoor de airco minder hard hoeft te zwoegen." Duidelijk, maar die twee argumenten worden met de gebogen zijruiten juist weer genegeerd; het blijft natuurlijk een studiemodel.
Knipoog naar 2CV
Die gebogen zijruit kan uiteraard niet in het portier verzinken, in plaats daarvan klapt hij omhoog. Al dan niet bedoeld is dat een knipoog naar de 2CV, die eenvoud eveneens hoog in het vaandel had. Over het portier gesproken, dat bestaat bij een gewone auto uit zo'n 35 delen, maar bij de Oli uit slechts acht componenten, vertelt Sabas. Het dak is vlak en zodanig geconstrueerd dat je er van alles op kunt stapelen. De motorkap is eveneens helemaal plat en van een profiel voorzien, zodat je er op kunt staan. Altijd handig. De bumpers voor en achter zijn identiek, dat maakt zowel productie als logistiek eenvoudiger en dus goedkoper. De achterkant is een soort pick-up bakje, de achterruit kun je omhoog klappenen en de leuning van de achterbank kan omlaag, waardoor je een flinke laadruimte creëert.
Nieuw loopvlak
De wielen van de Citroën Oli bestaan uit een kern van staal (want gemakkelijker recyclebaar) en een buitenring van aluminium en ook de banden zijn een verhaal apart. Ze zijn door GoodYear speciaal ontwikkeld voor de Citroën Oli en kunnen van nieuw loopvlak worden voorzien. Dat is in de bedrijfswagenwereld heel gewoon, maar bij personenauto's nog allesbehalve. Deze banden kunnen tweemaal worden vernieuwd en mits je er geen driftdemonstraties mee doet moet een setje dan 500.000 km mee kunnen: vrienden voor het leven dus.
Ook het interieur is eenvoud troef. De stoelen zijn opgebouwd van 3D geprint materiaal rond een frame dat uit één enkele buis bestaat. Het dashboard is heel sober dankzij wat Citroën een screen detox noemt, mogelijk doordat je smartphone het meeste werk overneemt. Tenslotte zijn alle materialen zo veel mogelijk gelijk gehouden en zijn er zo min mogelijk soorten kunststof gecombineerd, wat allemaal bijdraagt aan een hogere recyclinggraad.
Nieuw logo
En we zouden het bijna vergeten: het logo is ook nieuw, maar minder toekomstmuziek dan de rest van de Citroën Oli. We gaan het in de nabije toekomst al op alle productiemodellen zien. Kenners van het oude Citroën zullen een vlaag van déjà-vu niet kunnen missen, want het lijkt sterk op het logo uit de vroege jaren van Citroën. "We willen laten zien dat we nog steeds, of eigenlijk weer dicht bij onze roots staan", besluit Pierre Sabas zijn betoog.
STUDIEMODEL, GEEN CONCEPT CAR
De Citroën Oli doet op het eerste gezicht een Frans antwoord op de Humvee vermoeden, maar niets is minder waar. De Oli is in bijna alles de tegenpool van die Amerikaanse ijzervreter. En het is vooral een testcase voor nieuwe ideeën.
Hoofdontwerper Pierre Sabas kijkt wat verschrikt wanneer ik hem uitleg wat Oli (oké, met een 'e' erachter dan) in het Nederlands betekent. "Nee, dat wist ik niet. Wij vonden Oli een samentrekking van All Electric." Ik vind het vooral klinken als het Franse 'Au lit!' (Naar bed!), maar goed, ik ben niet naar Parijs gekomen om over namen te bomen, dus we laten het er maar bij. Maar het gehakketak is nog niet voorbij, want wanneer ik Sabas vraag meer te vertellen over zijn nieuwe concept car, verbetert hij me streng: "De Citroën Oli is geen concept car, maar een studiemodel." Wat hij daarmee wil zeggen, is dat de Oli een studiereis is naar nieuwe materialen en productieprocessen, en dat alles binnen de vier kernwaarden plezier, veelzijdigheid, betaalbaarheid en duurzaamheid.
Duurzaam
Gebakken lucht-alert: de Oli moet vriendelijkheid uitstralen, waardoor hij meer wordt dan gewoon een auto, zelfs een soort vriend. Dat zou dan weer als gevolg hebben dat mensen langer wachten om hem in te ruilen voor een nieuw exemplaar en ja, dat is natuurlijk duurzaam. Verder moet hij extreem efficiënt en zuinig worden, doordat hij met zijn 40 kWh accu 400 kilometer ver komt; een verbruik van 10 kWh/100 km en dat zou natuurlijk heel knap zijn. Om dat te bereiken is de topsnelheid begrensd op een bescheiden 110 km/h. Wat dan weer bepaald niet bijdraagt aan een laag verbruik zijn de hoekige vormen, met in het bijzonder de platte, kaarsrechte voorruit. "De kortste weg van dak naar motorkap is een rechte lijn", verklaart Sabas die keuze. "Dat scheelt materiaal en is goedkoper te maken, maar je hebt ook minder lichtinval, waardoor de airco minder hard hoeft te zwoegen." Duidelijk, maar die twee argumenten worden met de gebogen zijruiten juist weer genegeerd; het blijft natuurlijk een studiemodel.
Knipoog naar 2CV
Die gebogen zijruit kan uiteraard niet in het portier verzinken, in plaats daarvan klapt hij omhoog. Al dan niet bedoeld is dat een knipoog naar de 2CV, die eenvoud eveneens hoog in het vaandel had. Over het portier gesproken, dat bestaat bij een gewone auto uit zo'n 35 delen, maar bij de Oli uit slechts acht componenten, vertelt Sabas. Het dak is vlak en zodanig geconstrueerd dat je er van alles op kunt stapelen. De motorkap is eveneens helemaal plat en van een profiel voorzien, zodat je er op kunt staan. Altijd handig. De bumpers voor en achter zijn identiek, dat maakt zowel productie als logistiek eenvoudiger en dus goedkoper. De achterkant is een soort pick-up bakje, de achterruit kun je omhoog klappenen en de leuning van de achterbank kan omlaag, waardoor je een flinke laadruimte creëert.
Nieuw loopvlak
De wielen van de Citroën Oli bestaan uit een kern van staal (want gemakkelijker recyclebaar) en een buitenring van aluminium en ook de banden zijn een verhaal apart. Ze zijn door GoodYear speciaal ontwikkeld voor de Citroën Oli en kunnen van nieuw loopvlak worden voorzien. Dat is in de bedrijfswagenwereld heel gewoon, maar bij personenauto's nog allesbehalve. Deze banden kunnen tweemaal worden vernieuwd en mits je er geen driftdemonstraties mee doet moet een setje dan 500.000 km mee kunnen: vrienden voor het leven dus.
Ook het interieur is eenvoud troef. De stoelen zijn opgebouwd van 3D geprint materiaal rond een frame dat uit één enkele buis bestaat. Het dashboard is heel sober dankzij wat Citroën een screen detox noemt, mogelijk doordat je smartphone het meeste werk overneemt. Tenslotte zijn alle materialen zo veel mogelijk gelijk gehouden en zijn er zo min mogelijk soorten kunststof gecombineerd, wat allemaal bijdraagt aan een hogere recyclinggraad.
Nieuw logo
En we zouden het bijna vergeten: het logo is ook nieuw, maar minder toekomstmuziek dan de rest van de Citroën Oli. We gaan het in de nabije toekomst al op alle productiemodellen zien. Kenners van het oude Citroën zullen een vlaag van déjà-vu niet kunnen missen, want het lijkt sterk op het logo uit de vroege jaren van Citroën. "We willen laten zien dat we nog steeds, of eigenlijk weer dicht bij onze roots staan", besluit Pierre Sabas zijn betoog.
Comment