Indien dit uw eerste bezoek is, check dan eerst de FAQ door op bovenstaande
link te klikken. Mogelijk moet u register
vooraleer u kan posten: klik op de 'registreren'-link hierboven om verder te gaan. Om berichten te lezen kiest u het forum dat u wenst te bezoeken in bovenstaande lijst.
De Citroën DS3 (in het Frans uitgesproken: déesse trois, déesse betekent godin) is een personenauto, gemaakt door het Franse merk Citroën. Dit is het eerste model dat gepresenteerd wordt in de DS (Different Spirit) serie. Een eerste indicatie van de auto werd onthuld begin 2009 als de Citroën DS Inside.
In 2010 werd de DS3 door Top Gear Magazine verkozen als auto van het jaar 2010, en speelde de auto ook een rol in de video van Pixie Lotts nummer Broken Arrow. In juni 2011 maakte Citroën bekend dat de auto 100.000 keer verkocht is.
De DS3-R, de sportieve versie van de auto, gaat de basis vormen voor de nieuwe World Rally Car van Citroën in het Wereldkampioenschap rally, in het seizoen 2011. Hiervan werd ook een straat-versie gemaakt. Dit is de Citroën DS3 Racing, met 205 pk
De Peugeot RCZ is een compacte coupé van het Franse automerk Peugeot. Volgend op de conceptauto genaamd 308 RC Z die in 2007 gepresenteerd werd op de IAA in Frankfurt. De echte RCZ werd in 2009 gepresenteerd, ook op de IAA. De auto wordt vaak naast de Audi TT gezet als goedkoper alternatief. Er wordt nog een cabriolet versie verwacht.
Deze behoort ook aan mijn collectie in schaal 1/18.
De Renault 4, ook wel bekend als de R4 is een auto die tussen 1961 en 1992 werd geproduceerd door de Franse autoproducent Renault. Het is de eerste voorwielaangedreven personenauto van Renault. In Frankrijk spreekt men van de 4L (uitgesproken als “Quatrelle”), wat weer “4 vleugels” betekent.
In 1948 kwam Renaults grote concurrent Citroën met de Deux Chevaux op de markt, beter bekend als de "Lelijke Eend". Renault moest hierop reageren, maar kon ondertussen ook mooi de sterke en zwakke kanten van de 2CV bestuderen. In het voorjaar van 1956 startte Renault-directeur Pierre Dreyfus een project voor een auto die groter zou zijn dan de Eend en die bovendien meer geschikt zou zijn voor gebruik in de stad. De nieuwe auto moest de achterwielaangedreven Renault 4CV gaan opvolgen. Hij moest geschikt zijn voor iedereen: een familie-auto, een auto voor vrouwen, voor boeren, voor in de stad.
Pas in 1961 werd de Renault 4 gepresenteerd op de Salon de l’Automobile in Parijs, in de Luxe (L) versie, vandaar de in Frankrijk gangbare naam 4L.
De eerste versies beschikten over de 750cc-motor van de Renault 4CV en een nieuw ontwikkelde drie-versnellingsbak, waarvan de eerste versnelling niet gesynchroniseerd was. Met deze versnellingsbak liep de Renault 4 achter op de inmiddels al dertien jaar oude Eend, die over vier in plaats van drie versnellingen beschikte.
De R4 carrosserie was geschroefd op een chassis, terwijl zijn voorganger, de 4CV, al over een zelfdragende carrosserie beschikte. Het chassis liep de kans te verbuigen als de (stevigheid gevende) carrosserie werd verwijderd; toch leverde deze constructie Renault voordeel op. Op hetzelfde R4-chassis kon Renault later ook de Renault 6 assembleren.
De R4 beschikte over onafhankelijke wielophanging op alle vier de wielen, alle voorzien van vering door middel van torsiestaven. De wielbasis is links 4 cm korter dan rechts, waardoor de torsiestaafvering achter heel eenvoudig kon worden uitgevoerd, zonder invloed te hebben op de besturing van de auto. Het rijgedrag van een Renault 4 wordt als heel comfortabel ervaren, comfortabeler dan sommige moderne auto’s. Dit komt mede door de soepele torsiestaafvering.
Tijdens de productie van de R4 zagen velen hem als een stationwagen, maar achteraf gezien is het wellicht beter om het een van de eerste hatchbacks te noemen. De R4 was niet de eerste auto met een geheel bovenaan scharnierende achterklep: onder andere de Citroën Traction Avant introduceerde de lange achterklep al in 1954.
De R4 kreeg tot op heden niet de cultstatus die de Citroën 2CV wel heeft, waarschijnlijk omdat het de meest succesvolle Franse auto aller tijden was. De auto was zo algemeen, dat het conserveren of cultiveren van de auto simpelweg niet werd gedaan. Pas de laatste jaren neemt de cultstatus van de R4 toe. In Nederland was de R4 te koop tot 1986, maar productie ging in onder andere Joegoslavië door tot in 1993. Er werden in totaal meer dan 8 miljoen Renaults 4 geproduceerd.
de Peugeot 205 Gentry in schaal 1/18 van Otto-models.
De Peugeot 205 kwam in augustus 1983 op de markt als een vijfdeurs hatchback. Een jaar later volgde de driedeurs hatchback. Het model was 3,70 m lang en bood plaats aan 4 volwassenen en een kleine hoeveelheid bagage. Pininfarina ontwierp in 1984 een break op basis van de 205 die de naam 'Verve' meekreeg. Dat ontwerp is nooit in productie genomen. De motoren waren nieuw ontwikkeld en werden in 1982 al geïntroduceerd in de Citroën BX. Bij de introductie waren de volgende motoren leverbaar: 954 cm³, 1124 cm³, 1360 cm³ en de 1769 cm³ dieselmotor.
In 1984 bracht Peugeot de 205 GTi op de markt, een 1580 cm³ injectiemotor met 115 pk. De GTi was alleen leverbaar als driedeurs. Als klap op de vuurpijl bracht Peugeot als homologatiemodel de 205 Turbo 16 Rally 4WD uit. Door veranderingen in het reglement bij de WRC verviel de klasse waarin Peugeot meedeed met dit model. Peugeot besloot toen de woestijnrally Parijs-Dakar te rijden met de auto. Tegenwoordig is de 205 Turbo 16 Rally 4WD een veel gezochte auto.
In 1986 kwamen ook de 205 Automaat en de 205 Cabriolet op de markt. Deze laatste was leverbaar als 1.4 CJ, 1.4 CT of als 1.6 CTi en uiteindelijk ook als 1.9 CTi, die meer dan 100 pk produceerde.
Meest opvallende verschil tussen het 205-model tot 1991 (boven) en latere modellen.
In 1987 kwam de Peugeot 205 1.9 GTi op de markt, een 1905 cm³ motor met 130 pk. Dit sportieve model was zeer populair onder jeugdige autobezitters. De schone versie met katalysator bracht het tot 122 pk met een opmerkelijk veel lager maximum koppel (150 Nm bij 3.000 tpm ten opzichte van 170 Nm bij 4.500 tpm voor de 'vuile' versie)
Eind 1987 kreeg de 205 zijn eerste facelift. Uiterlijk veranderden enkel de bumpers en het interieur kreeg een nieuw dashboard dat meer paste bij de andere modellen van Peugeot. In 1991 volgde een grotere facelift waarbij de richtingaanwijzers voor, de lichten achter, en de afwerking van de achterklep veranderd werden. Vanaf begin jaren negentig werd de 205 ook leverbaar als Turbodiesel.
Halverwege de jaren negentig besloot Peugeot de 205 te vervangen door twee andere modellen: de Peugeot 106 en de Peugeot 306. Het model zou in de modeljaren '95 en '96 uitlopen in één uitvoering; de Sacré Numéro, een naam waarmee de cirkel terug naar de introductieslogan werd gesloten. De klanten bleven de 205 echter trouw, en Peugeot continueerde het model tot en met 1998, in de uitvoeringen Génération en Forever. In september 1998 viel in Europa dan uiteindelijk het doek voor de Peugeot 205 en werd het model vervangen door de Peugeot 206, dat ook een succesnummer zou worden.
Comment