In tegenstelling tot dieselmotoren, werken benzinemotoren steeds met dezelfde lucht/brandstof-verhouding. Wanneer je meer vermogen van de motor wenst wordt er niet enkel meer brandstof toegevoerd, maar ook meer lucht. De motor wordt m.a.w. van meer mengsel voorzien, maar de samenstelling van dit mengsel blijft hetzelfde De hoeveelheid lucht wordt geregeld door de gasklep. Voor het regelen van de hoeveelheid brandstof, bestaan er verschillende systemen die we in dit topic van naderbij zullen bekijken. In feite zijn er 2 types brandstofsystemen voor benzinemotoren:
1. de carburator
2. de injectiesystemen
De benzinemotor werd in 1860 voor het eerst gebouwd door Lenoir, maar het duurde nog enkele jaren, met de uitvinding van de eerste carburator, voordat de eerste benzinemotoren een auto konden aandrijven. Voorheen werden benzinemotoren aangedreven door gas dat gevormd werd door het opwarmen van kolen of door gebruik te maken van zeer vluchtige stoffen. Beide systemen werkten onefficiënt, waren onbetrouwbaar en moeilijk te controleren.
1. de carburator
2. de injectiesystemen
- indirecte injectie:
- monopoint
- multipoint
- monopoint
- direct injectie:
- armmengsel
- homogeen
- armmengsel
De benzinemotor werd in 1860 voor het eerst gebouwd door Lenoir, maar het duurde nog enkele jaren, met de uitvinding van de eerste carburator, voordat de eerste benzinemotoren een auto konden aandrijven. Voorheen werden benzinemotoren aangedreven door gas dat gevormd werd door het opwarmen van kolen of door gebruik te maken van zeer vluchtige stoffen. Beide systemen werkten onefficiënt, waren onbetrouwbaar en moeilijk te controleren.
Comment