Wirwar aan parkeertarieven
Parkeren is een gemeentelijke bevoegdheid. Elke stad of gemeente mag zelf bepalen hoeveel zij voor een uur parkeren vraagt en of er al dan niet (tweede) bewonerskaarten worden uitgereikt. Dat weerspiegelt zich in een onoverzichtelijk kluwen van parkeerregelingen en -tarieven. Dat blijkt wanneer je pakweg Gent, Leuven en Antwerpen vergelijkt.
Bovengronds parkeren
Het Gentse stadsbestuur heeft zijn grondgebied opgedeeld in twee parkeerzones: binnen en buiten de stadskern. De parkeertijd is beperkt tot drie uur. In het hart van de stad kost het eerste uur parkeren 1 euro, het tweede en derde uur 1,5 euro. Daarbuiten betaalt u 0,75 euro voor de eerste twee uren, 0,50 euro voor het derde uur.
Antwerpen heeft verschillende tarieven die afhankelijk zijn van de parkeerdruk: in de buurt van de Meir betaalt u meer dan bij de Ring. De verwarring is groot in Antwerpen, per straat kunnen twee of zelfs drie tarieven gelden. Rekent u toch op 2 euro per uur bij de Meir, maximumduur twee uur. Elders betaalt u tussen 0,40 en 1 euro per uur.
In Leuven zijn er twee tarieven: 1,40 euro en 1,20 euro per uur, met een maximumduur van twee uur. Ook daar geldt het principe: hoe dichter bij het stadshart, hoe duurder.
In het Gentse stadscentrum betaalt u parkeergeld tot zeven uur 's avonds, rond het bioscoopcomplex Kinepolis tot 1 uur 's nachts. In Leuven en Antwerpen betaalt u tot negen uur 's avonds. Parkeren op zon- en feestdagen is vrij.
Bewonerskaarten
Ook hiervoor hanteren Gent, Leuven en Antwerpen elk een eigen systeem.
Gent geeft de eerste bewonerskaart gratis aan zijn inwoners. Een tweede bewonerskaart kost er 200 euro per jaar.
Antwerpen heeft een vergelijkbaar systeem, maar is goedkoper. De eerste kaart is er gratis, voor een tweede betaalt u 12,5 euro per maand of 137,5 euro voor een heel jaar.
Leuven deelt dan weer geen tweede bewonerskaarten uit: wie een tweede wagen heeft, moet die maar op de privé-markt kwijt. Een eerste bewonerskaart kost in Leuven 50 euro per jaar.
Het buitenland De tarieven mogen dan erg ondoorzichtig zijn, in vergelijking met het buitenland vallen ze eigenlijk best mee. Neem bijvoorbeeld Amsterdam. Een uur parkeren in het hart van de Nederlandse hoofdstad kost algauw 4,40 euro. Ook op zondag moet u betalen voor uw plekje, pas na middernacht is parkeren gratis.
Niet betalen komt u in Amsterdam trouwens op een parkeerboete van 46 euro én een uur parkeergeld te staan. In Vlaamse steden krijgt u geen boete maar een zogenaamde retributiebon: de stad doet alsof u vergeten betalen bent, en rekent u het tarief voor langparkeren aan (rond de 20 euro).
Bewonerskaarten worden in Amsterdam uitgedeeld volgens de beschikbare parkeerplaatsen, er is dus een wachtlijst. In sommige delen van de stad kan het jaren duren voor je er één krijgt. Het autobezit in Amsterdam ligt dan ook laag: amper dertig procent van de bewoners heeft een auto.
(IDG)
Parkeren is een gemeentelijke bevoegdheid. Elke stad of gemeente mag zelf bepalen hoeveel zij voor een uur parkeren vraagt en of er al dan niet (tweede) bewonerskaarten worden uitgereikt. Dat weerspiegelt zich in een onoverzichtelijk kluwen van parkeerregelingen en -tarieven. Dat blijkt wanneer je pakweg Gent, Leuven en Antwerpen vergelijkt.
Bovengronds parkeren
Het Gentse stadsbestuur heeft zijn grondgebied opgedeeld in twee parkeerzones: binnen en buiten de stadskern. De parkeertijd is beperkt tot drie uur. In het hart van de stad kost het eerste uur parkeren 1 euro, het tweede en derde uur 1,5 euro. Daarbuiten betaalt u 0,75 euro voor de eerste twee uren, 0,50 euro voor het derde uur.
Antwerpen heeft verschillende tarieven die afhankelijk zijn van de parkeerdruk: in de buurt van de Meir betaalt u meer dan bij de Ring. De verwarring is groot in Antwerpen, per straat kunnen twee of zelfs drie tarieven gelden. Rekent u toch op 2 euro per uur bij de Meir, maximumduur twee uur. Elders betaalt u tussen 0,40 en 1 euro per uur.
In Leuven zijn er twee tarieven: 1,40 euro en 1,20 euro per uur, met een maximumduur van twee uur. Ook daar geldt het principe: hoe dichter bij het stadshart, hoe duurder.
In het Gentse stadscentrum betaalt u parkeergeld tot zeven uur 's avonds, rond het bioscoopcomplex Kinepolis tot 1 uur 's nachts. In Leuven en Antwerpen betaalt u tot negen uur 's avonds. Parkeren op zon- en feestdagen is vrij.
Bewonerskaarten
Ook hiervoor hanteren Gent, Leuven en Antwerpen elk een eigen systeem.
Gent geeft de eerste bewonerskaart gratis aan zijn inwoners. Een tweede bewonerskaart kost er 200 euro per jaar.
Antwerpen heeft een vergelijkbaar systeem, maar is goedkoper. De eerste kaart is er gratis, voor een tweede betaalt u 12,5 euro per maand of 137,5 euro voor een heel jaar.
Leuven deelt dan weer geen tweede bewonerskaarten uit: wie een tweede wagen heeft, moet die maar op de privé-markt kwijt. Een eerste bewonerskaart kost in Leuven 50 euro per jaar.
Het buitenland De tarieven mogen dan erg ondoorzichtig zijn, in vergelijking met het buitenland vallen ze eigenlijk best mee. Neem bijvoorbeeld Amsterdam. Een uur parkeren in het hart van de Nederlandse hoofdstad kost algauw 4,40 euro. Ook op zondag moet u betalen voor uw plekje, pas na middernacht is parkeren gratis.
Niet betalen komt u in Amsterdam trouwens op een parkeerboete van 46 euro én een uur parkeergeld te staan. In Vlaamse steden krijgt u geen boete maar een zogenaamde retributiebon: de stad doet alsof u vergeten betalen bent, en rekent u het tarief voor langparkeren aan (rond de 20 euro).
Bewonerskaarten worden in Amsterdam uitgedeeld volgens de beschikbare parkeerplaatsen, er is dus een wachtlijst. In sommige delen van de stad kan het jaren duren voor je er één krijgt. Het autobezit in Amsterdam ligt dan ook laag: amper dertig procent van de bewoners heeft een auto.
(IDG)
Comment