Parkeerbedrijven mogen geen identiteitsgegevens opvragen
Het Grondwettelijk Hof heeft de artikelen in de wet vernietigd waardoor parkeerbedrijven identiteitsgegevens kunnen opvragen bij de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV). Volgens het Hof zijn de gewesten bevoegd en niet de federale overheid.
De wet kwam er in 2008 na een reeks tegenstrijdige uitspraken van rechters over parkeerboetes die geïnd worden door privéparkeerbedrijven. Een aantal gemeenten schakelt immers een parkeerbedrijf in om de parkeergelden te innen. Het bedrijf moet de gegevens van de eigenaar van de nummerplaat echter opvragen bij de DIV, wat voor een aantal burgers een schending van de privacy inhoudt. In een aantal gevallen werden ze gevolgd door de rechter.
De federale regering besloot in 2008 om via een wetswijziging alle onduidelijkheid weg te werken en de parkeerbedrijven de toestemming te geven om toegang te hebben tot de DIV-databank om de identiteit van de houders van een nummerplaat te kunnen identificeren.
Een Oostendenaar, die zich naar eigen zeggen "al jaren verzet tegen het inschakelen door gemeenten van privéparkeerfirma's om het betalend parkeren op de openbare weg te beheren en te controleren, met inbegrip van het identificeren van de houder van de nummerplaat van de wagen", stapte naar het Grondwettelijk Hof om de vernietiging van de wetsartikelen te vragen omdat de gewesten sinds 2001 bevoegd zijn.
Het Hof is hem daar nu in gevolgd en vernietigde de artikelen, waardoor men nu terugvalt op de wet van 22 februari 1965.
Het Grondwettelijk Hof heeft de artikelen in de wet vernietigd waardoor parkeerbedrijven identiteitsgegevens kunnen opvragen bij de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV). Volgens het Hof zijn de gewesten bevoegd en niet de federale overheid.
De wet kwam er in 2008 na een reeks tegenstrijdige uitspraken van rechters over parkeerboetes die geïnd worden door privéparkeerbedrijven. Een aantal gemeenten schakelt immers een parkeerbedrijf in om de parkeergelden te innen. Het bedrijf moet de gegevens van de eigenaar van de nummerplaat echter opvragen bij de DIV, wat voor een aantal burgers een schending van de privacy inhoudt. In een aantal gevallen werden ze gevolgd door de rechter.
De federale regering besloot in 2008 om via een wetswijziging alle onduidelijkheid weg te werken en de parkeerbedrijven de toestemming te geven om toegang te hebben tot de DIV-databank om de identiteit van de houders van een nummerplaat te kunnen identificeren.
Een Oostendenaar, die zich naar eigen zeggen "al jaren verzet tegen het inschakelen door gemeenten van privéparkeerfirma's om het betalend parkeren op de openbare weg te beheren en te controleren, met inbegrip van het identificeren van de houder van de nummerplaat van de wagen", stapte naar het Grondwettelijk Hof om de vernietiging van de wetsartikelen te vragen omdat de gewesten sinds 2001 bevoegd zijn.
Het Hof is hem daar nu in gevolgd en vernietigde de artikelen, waardoor men nu terugvalt op de wet van 22 februari 1965.
Comment